Zinloosheid Hoge Raad voor Justitie : stelt wantoestanden vast maar doet niets om ze te voorkomen /
‘Uw proces start in 2023: er zijn 408 wachtenden voor u'
Lars Bové,
Redacteur Politiek & Economie
16 augustus 201901:03
Een vrouw die als minderjarige was aangerand moest zeven jaar wachten op het verslag van een deskundige. Haar dossier was zoekgeraakt. ©Photo News
De Hoge Raad voor de Justitie kreeg vorig jaar 232 klachten over magistraten. De klachten die gegrond bleken te zijn, schetsen de ontsporingen van Vrouwe Justitia.
Het afgelopen jaar heeft de Hoge Raad voor de Justitie 232 klachten gekregen over het optreden van rechters en andere magistraten. Dat zijn er minder dan de vorige jaren. Tien jaar geleden waren dat er bijvoorbeeld nog 385. Slechts een minderheid van de klachten kwam van de magistraten zelf (2,6%) of van advocaten (3,5%). Het gros kwam van partijen in een proces of andere misnoegde rechtzoekenden (85%).
Van de 116 ontvankelijke dossiers (ook van vorige jaren) waarvoor de Hoge Raad bevoegd was en die de Raad vorig jaar kon afsluiten, ging een kwart van de klachten over het gebrekkige verloop van de procedure. Andere klachten gingen over de omgang en de communicatie van justitie (24%), de traagheid van de rechtsgang (19%) en het gedrag/gebrek aan eerbied bij de magistraat, een deskundige of griffier (18%).
De 38 klachten die uiteindelijk gegrond zijn verklaard, schetsen verschillende ontsporingen.
Wachten tot 2023
Een man kreeg te horen dat er nog 408 wachtenden voor hem waren.
De zaakvoerder van een bedrijf kreeg in januari 2016 gelijk in een rechtszaak die al aansleepte sinds 2009. Maar de tegenpartij ging in beroep. Het hof van beroep liet weten dat de zaak pas kon worden gepleit in januari 2023. Tegen dan zou de zaakvoerder, die een wankele gezondheid had, al 79 jaar zijn. De rechtszaak - die nochtans cruciaal was voor zijn bedrijf - moest wachten op 262 andere zaken die dezelfde kamer van het hof van beroep nog eerst moest behandelen. Een disfunctie, besluit de Hoge Raad voor de Justitie. Na zijn klacht regelde het hof van beroep wel dat de rechtszaak alsnog in september 2018 kon beginnen.
Een man die in de clinch lag met de verkopers van zijn appartement had minder geluk. Toen een van de tegenpartijen in beroep ging, kreeg de man te horen dat er nog 408 wachtenden voor hem waren. In het beste geval kon er pas in oktober 2023 worden gepleit. De Hoge Raad verklapt het niet in zijn rapport, maar dit gaat over het Brusselse hof van beroep.
Ziek thuis en toch veroordeeld
Een man moest in oktober 2017 voor de strafrechter verschijnen. Maar hij had de rechtbank een medisch attest gestuurd om aan te tonen dat hij de zitting niet kon bijwonen. Hij deed dat op tijd en had daadwerkelijk ‘ernstige medische redenen’ om afwezig te zijn. Toch heeft de rechter hem bij verstek veroordeeld en hem ook nog eens verweten dat hij niet was komen opdagen. ‘Onzorgvuldig beheer’, besluit de Hoge Raad.
Slachtoffer aanranding in de kou
Een man wordt vervolgd voor het met geweld aanranden van een minderjarig meisje. Al in april 2011 had de raadkamer een deskundige aangesteld in de zaak. Maar behalve een voorlopig advies medio 2014 liet de deskundige niets meer van zich weten. De advocaat van het slachtoffer begon daarom eind 2017 een procedure om de deskundige te vervangen, maar zijn verzoek en verschillende per fax verzonden aanmaningen bleven zonder gevolg. Wat bleek er aan de hand te zijn? De griffie van de raadkamer kon het dossier niet meer vinden. Uiteindelijk was de deskundige pas eind juli vorig jaar klaar met het eindverslag, ruim zeven jaar later.
Tien aanmaningen, geen antwoord
Een man pleegde in juni 2015 een verkeersongeval met zijn bedrijfswagen. Bijna een jaar later vroeg de advocaat van het bedrijf hoe het nu stond met de zaak. Maar het parket gaf niet thuis, zelfs niet na tien aanmaningen. De Hoge Raad ontdekte dat de zaak was blijven aanslepen omdat het parket zelf van de politierechtbank in een ander arrondissement geen info kreeg over de eerdere veroordelingen voor verkeersdelicten van de man.
Antwoord na drie jaar
Een vrouw was het slachtoffer in een gerechtelijk onderzoek tegen politiemensen. Dat onderzoek startte al in mei 2015, maar de vrouw kreeg niets meer te horen van het parket ondanks faxen in 2015, 2016 en 2017. Pas na de tussenkomst van de Hoge Raad kreeg de vrouw in april 2018 eindelijk een antwoord van het parket. Het dossier was geseponeerd.
Pijnlijke mail van rechter
Een gemeente weigerde het huwelijk te voltrekken van een man en een vrouw. In eerste aanleg gaf de rechter de gemeente gelijk, maar in beroep kreeg het koppel gelijk. Toen ze hun dossier terugkregen, zat er een mail tussen van de rechter die hen in eerste aanleg ongelijk had gegeven. De mail was gericht aan zijn griffier. De rechter schreef daarin dat de man zijn advocaat ‘goed moest betalen dankzij zijn zwartwerk’. De (loze) opmerking van de rechter in de mail kon volgens de Hoge Raad niet door de beugel.
Advocaat van tegenpartij duikt op als rechter
Een man vocht het ereloon aan dat zijn zoon moest betalen aan zijn advocaat. Maar de ‘plaatsvervangende vrederechter’ die de zaak moest behandelen had vroeger zelf als advocaat opgetreden voor twee tegenpartijen in de zaak van zijn zoon. De Hoge Raad waarschuwt voor elke schijn van partijdigheid en vindt dat voorzichtiger omgesprongen moet worden met plaatsvervangende rechters.
Fout in vonnis raakt maar niet verbeterd
In juni 2016 velde de familierechtbank een vonnis in een echtscheidingszaak, maar er sukkelde een materiële fout in het vonnis. Een advocaat vroeg de rechtbank om dat ‘ambtshalve’ recht te zetten. Eind mei 2018 was de verbetering nog altijd niet gebeurd. De Hoge Raad benadrukt dat zo’n materiële vergissing snel en zonder veel formalisme moet worden rechtgezet.
https://www.tijd.be/politiek-economie/belgie-algemeen/Uw-proces-start-in-2023-er-zijn-408-wachtenden-voor-u/10153848?utm_campaign=MORNING_COMMENT