Rechter : het is niet omdat je recht hebt op toelage (als gehandicapte), dat je dat geld ook daadwer
Een ochtend in de Arbeids-rechtbank (blog)
BRUSSEL 13/06 - Je komt er veel te weinig. Je leert er altijd bij. We bevinden ons in een totaal ander universum. Buiten schijnt de zon. De platanen zwaaien met hun takken voor de ruiten. Binnen hangt een mengsel van goedkoop parfum, gedragen kleding, vers gesteven wasgoed en ongewassen voeten. Onze zitting ligt stil. De auditeur is een koffietje halen bij de barista over de straat: behalve de rijkskopieermachine doet ook de koffiemachine het niet.
Voor de voorzitster die met een engelengeduld de zaken door de ochtend leidt staat een bejaard echtpaar. Hij kaarsrecht, als een politieman in de houding, zij leunend op een kruk. Eén voet in een blauwe brace, een tatoeage op de andere enkel. Het gaat niet over hen maar over hun kind. Dat kind heeft een handicap. Niemand die daarover twist. Niemand die twijfelt aan de ernst van dat gebrek. Dat kind heeft nu de officiële volwassen leeftijd bereikt en heeft dus volgens de wet recht op een persoonsgebonden budget. Een sociaal rugzakje, had de huisarts hen gezegd. Het was niet genoeg, maar beter iets dan niets, hadden ze gedacht en ze waren blij geweest met de schamele gift van de minister die zich in de krant laat voorstaan op deze toch prachtige realisatie, afgezien van het feit dat men te kampen heeft met systemische onderfinanciering, stijgende werkdruk en dat amper 54% van de hele gezondheids- en welzijnssector een werkbare baan heeft. Bijna de helft van het personeel in de gespecialiseerde zorg heeft te maken met hoge werkdruk (51%), emotioneel belastend werk (46,5%) en werkstress (42%). Maar in diezelfde krant laat de ontslagnemende minister weten dat hij zijn bescheiden ontslagpremie van zo'n 136.000 € zal opnemen. Bovenop zijn parlementair pensioen.
De ouders staan voor de rechter omdat ze het niet eens zijn dat een grijze administratieve anoniemerd hun zoon in categorie 2 geplaatst heeft, wat betekent: helemaal niet zo dringend. De rechter begrijpt hun verontwaardiging en geeft een lesje politiek: het is niet omdat je een toelage toegekend krijgt dat je daar gelijk recht op hebt, en zelfs als je daar recht op hebt, dan nog is er geen enkele garantie dat je dat geld daadwerkelijk krijgt. Het probleem is dat er helemaal geen geld is om die rugzakjes te vullen. De vrouw met de kruk maakt een vergelijking waarin een fles, een flatus en een verwensing vorkomen. De man vraagt –in de houding- of zijn zoon het gevaar loopt dat hij bij wijze van sanctie gedegradeerd wordt van categorie 2 naar 3. De rechter acht dit zeer onwaarschijnlijk, maar niet onmogelijk.
De ontslagnemende minister van rugzakjes zegt in de krant dat hij nog niet weet wat hij nu gaat doen: ‘Dat weet ik echt niet. Ik weet zelfs niet of ik nog iets in de politiek ga doen of daarbuiten, in de privésector.' Hij zegt dat hij meer tijd wil maken voor hobby's, en dat hij overweegt om terug aan amateurtoneel te gaan doen. Hij heeft 36 jaar politiek toneel gespeeld, waarvan een kwarteeuw in de Kamer, de Federale en de Gewestregering. Hij heeft deurencomedies gespeeld, drama's vertolkt, blijspelen opgevoerd, stierf een paar keer op de scène, stond op uit de doden en speelde tenslotte een laatste masturbatiescène: het lijstduwen. Kortom hij was en is een meester in wat Aristoteles definieerde als "een nabootsing van een handeling en niet de handeling zelf." Kenners beweren dat aan de hand hiervan goed te duiden is wanneer iets theater is en wanneer niet. Zijn sterkste rol was die van een wastafel in een toneelstuk zonder woorden van Hunneman.
De man en de vrouw kennen de ontslagnemende minister niet. Ze verlaten hoofdschuddend de rechtszaal. Ze weten wel dat hun zoon geen groot toneelspeler zal worden, en de komende jaren uit hun hand zal moeten leven. En dat ze de zo geprezen mantelzorg verder mogen beoefenen. Het feit dat er geen geld is voor de zorg van ernstig gehandicapten, is een onderwerp dat, nu we dag en nacht wakker liggen over de etymologische dan wel semantische betekenis van het woord confederalisme, even opzij moet gelegd worden.
De ontslagvergoedingen van de ontslagnemende onverkozenen des volks zijn een delicaat iets. De afgelopen jaren is er vaak stennis over geweest, zeker wanneer de parlementsleden in kwestie de overstap maakten naar een andere job: toneelspeler bijvoorbeeld. De vergoeding, die net bedoeld is om de periode tussen twee jobs te overbruggen, wordt dan eigenlijk overbodig, vinden sommigen. Alhoewel, ik ken nogal wat acteurs en hun leven is al even rijkelijk als dat met een persoonsgebonden budget.
Zei een professor enkele maanden geleden nog in De Standaard: ‘Nu hangt dat beeld van zelfbediening hen boven het hoofd. Terwijl het niet zo gek is dat je mensen na zo'n politiek mandaat wat ruimte geeft om opnieuw aan de slag te gaan.'
Wat als we dat ook eens zouden toepassen voor wie echt zorg nodig heeft?
13/06/2019 Auteur: Marc van Impe Bron: MediQuality