top of page

Nederlandse Minister van Justitie organiseert SCHIJNonderzoek naar 'langlopende letselschadezake

Het SCHIJNonderzoek van de Nederlandse Minister van Justitie belooft een maatregel voor niets te worden.

Nav de aanhoudende media aandacht in Nederland over verzekeraars die procedures en expertises, zowel in als buiten de rechtbanken, tientallen jaren laten aanslepen om toch maar geen schade te hoeven betalen, vond de Nederlandse Justitieminister er niets beter op dan een onderzoek te lanceren.

Opmerkelijk : een procedure die langer dan 2 jaar duurt, wordt als "lang" beschouwd. In België is de norm ... 20 jaar.

Dit schijnonderzoek zal uitgevoerd worden door de Universiteit van Utrecht, samen met de Universiteit van Groningen - deze 2 universiteiten zijn trouw aan de verzekerings- en farmasector.

In België zou dit vertaald worden door Koen Geens als een onderzoek uitgevoerd door de KU Leuven - samen met UGent hét verzekerings- en big farma bolwerk in ons land.

Hierbij is het sinds jaren de traditie dat de KU Leuven alles 'wetenschappelijk' valideert wat de overheid, big farma en verzekeringssector maar wil horen - tegen iedere wetenschappelijke evidentie in. Het bekendste voorbeeld is CVS, dat door de KU Leuven nog steeds als een 'psychische' aandoening wordt beschreven. Dat past perfect in het kraam van verzekeraars, die bvb geen gewaarborgd inkomen dienen uit te betalen bij psychische aandoeningen. Alle CVS patiënten hebben maw jarenlang voor niets trouw hun verzekeringspremies betaald. Of nog, het vaccinatiedebat. Ook daar schreeuwen professoren van de KU Leuven van de daken dat er 'geen enkel risico' bestaat.

Terug naar het schijnonderzoek van de Nederlandse justitieminister.

Er moest uiteraard een soort 'toezicht' komen. De verzekeringssector zou absoluut niet tolereren dat de waarheid aan het licht zou komen. Dus regelde de Nederlandse justitieminister het maar zo, dat de grootste sjoemelaars uit Nederland in de begeleidingscommissie terecht kwamen.

Onder meer ASR, SRK, DAS, de letselschade raad en verzekeringsadvocaat Jasper Keizer (die zich voordoet als letselschade advocaat tvv slachtoffers) zijn vertegenwoordigd in de zgn 'begeleidingscommissie'.

In België zou dit vertaald worden door Koen Geens als een onderzoek onder toezicht van AG Insurance (de evenknie van ASR), Euromex (de evenknie van SRK), DAS (u net als Euromex welbekend als de rechtsbijstandverzekeraars die er een sport van maken om telkens weer tussenkomst te weigeren), Assuralia en een van de talrijke verzekeringsadvocaten die ons land kent (tenminste, als ze intussen nog niet tot rechter benoemd zijn).

Maar goed nieuws : de verzekeringsslachtoffers zelf zullen ook gehoord worden.

Het staat nu al vast welke "oorzaken" van de onredelijke termijnen dit SCHIJNonderzoek naar voren zal schuiven :

- het is het letselschadeslachtoffer zelf dat de zaak liet aanslepen omdat het de (valse) expertiseverslagen van de 'deskundigen' niet wil aanvaarden ; van ongevalsslachtoffers wordt immers verwacht dat ze hun mond houden als ze een simulatie-aggravatie verslag ontvangen dat besluit dat ze hun letsels verzinnen, overdrijven, simuleren, nabootsen, edm.

- de letselschadeslachtoffers vragen zgn 'onredelijke' schadevergoedingen (terwijl schadevergoedingen NOOIT de reële schade vergoeden en nog geen 10 % bedragen van de reële schade) dus die arme verzekeraars mogen toch hun belangen verdedigen en de schadevordering betwisten ??

- justitie werkt te traag - daar kunnen verzekeraars toch niets aan doen ?

- het is vaak wachten op de verslagen van de 'deskundigen', daar kunnen de verzekeraars toch niets aan doen ? Die arme deskundigen zijn overvraagd, bovendien moeten ze hun werk toch 'grondig' kunnen doen ? (terwijl ze samenwerken met verzekeraars en juist bewust de procedures vertragen conform de DDD strategie en terwijl hun verslagen steeds copy paste zijn van dezelfde steeds terugkerende intellectuele valsheden in geschrifte)

- de 'moeilijkheid' van 'niet-geobjectiveerde' letsels zoals TBI en whiplash, terwijl men ieder onderzoek dat toelaat om deze letsels te objectiveren, zoals qEEG, afwijst en terwijl junk science schering en inslag zijn in de stelselmatig uitgesproken subjectieve expertiseverslagen

- het klassieke adagio : 'maar de letsels konden nog evolueren, het was te vroeg om al tot schadebegroting over te gaan' - wat uiteraard larie is, verzekeraars verschuilen zich achter de mogelijke verbetering (uiteraard nooit achter de mogelijke verslechtering) van letsels (waar verzekeraars verantwoordelijk voor zijn) om voorschotten eindeloos uit te stellen

- als er dan al eens een integere advocaat de belangen van een letselschadeslachtoffer zou behartigen, die NIET naar de pijpen van de verzekeraars danst, dan zal het ongetwijfeld ook de schuld zijn van die advocaat die het dossier laat aanslepen ... waarbij er uiteraard zal gezwegen worden over het feit dat rechtsbijstandverzekeraars weigeren om de honoraria van eerlijke advocaten te betalen, waardoor die voortdurend rappels moeten sturen

- omgekeerd, zal het de letselschadeslachtoffers ook verweten worden dat zij 'te veel van advocaat veranderen' - als letselschadeslachtoffers namelijk vaststellen dat hun LSA advocaat niet HUN belangen dient, maar wel achter de schermen samenwerkt met de verzekeraars (de LSA advocaten zijn in realiteit verzekeringsadvocaten die zich verenigd hebben en doen alsof ze onpartijdig zijn maar dat allerminst zijn), dan wordt van hen verwacht dat zij hun mond toehouden en hun letselschadedossier om zeep laten helpen door hun fameuze LSA advocaat. Een eerlijke verdediging van hun dossier is immers niet wenselijk !

- idem voor wat betreft de medische bijstand door een keuringsarts : het gros van de Nederlandse bijstandsartsen werkt net zoals in België samen met de verzekeraars. Ze worden betaald om letselschadeslachtoffers NIET te verdedigen en NIET correct te informeren. Als een letselschadeslachtoffer dit eindelijk inziet, zijn we vaak al enkele jaren verder. Ook dan moeten ze natuurlijk hun mond houden - men verwijt ze spoken te zien. Niets is minder waar. In Nederland is het zo mogelijk nog moeilijker om een eerlijke raadsgeneesheer te vinden, zeker bij whiplash en TBI, de door verzekeraars 'gevreesde' letsels die in hun ogen 'te duur' zijn. De oorzaak van de 'langlopende letselschadezaken' zal ook hier OPNIEUW bij de letselschadeslachtoffers gelegd worden.

Gegarandeerd staat de vraag "door hoeveel artsen of advocaten liet u zich bijstaan tijdens uw letselschadeprocedure" op het vragenlijstje van UU - bij voorbaat zo bedacht om in die zin te kunnen besluiten en de schuld in de schoenen van de letselschadeslachtoffers zelf te kunnen schuiven.

1 ding is zeker : over de DDD strategie zal met geen woord gerept worden. Dit SCHIJNonderzoek zal NIET besluiten dat er ook maar enige verantwoordelijkheid bij de verzekeraars ligt. Want die zijn uiteraard steeds ter goeder trouw ...

Als bovenstaande "oorzaken" uit het SCHIJNonderzoek naar voren komen, dan hebben de Nederlanders alvast een bijkomende reden om de Nederlandse overheid te gaan dagvaarden.

De Nederlandse minister van Justitie kon immers perfect een ANDER soort onderzoek bevolen hebben. Hij kiest er BEWUST voor om een eenvoudig manipuleerbaar onderzoek in te richten.

Dit SCHIJNonderzoek is een lachertje, de doorzichtigheid druipt er van af.

Naar de media toe, LIJKT het er tenminste op dat hij IETS doet. Zolang het onderzoek loopt, kan er immers geen kritiek meer komen vanuit de media. Het antwoord van Justitie ligt al klaar : "wij nemen de problematiek zéér ernstig, een onderzoek terzake is lopende juist omdat wij een snelle en eerlijke justitie ZO belangrijk vinden" - en klaar is Kees.

Andere onderzoeken waren effectiever geweest en hadden letselschadeslachtoffers tenminste kunnen helpen.

Bijvoorbeeld : bij welk soort letsels slepen letselschadedossiers ellenlang aan ? En dan zou bovenaan de lijst whiplash en TBI gestaan hebben, naast rugletsel. En was meteen ook het structureel verzekeringsbedrog in Nederland aangetoond.

Of nog : de Nederlandse minister van Justitie kon perfect een onderzoek bevolen hebben naar de motivering en inhoud van de medische expertiseverslagen. Dan zou gebleken zijn dat in alle TBI en whiplash dossiers dezelfde intellectuele valsheden naar voor komen - en daarmee zou de criminele organisatie in Nederland aangetoond zijn.

Of nog : in hoeveel expertises worden er gerechtspsychiaters ingezet ? En hoe verantwoord je dat ongevalsslachtoffers die nooit tevoren psychiatrische problemen hadden, na een ongeval naar een psychiater gestuurd worden - dé ideale oplossing om valse verslagen te kunnen gaan opstellen, want psychiatrie is nu eenmaal 'geen exacte wetenschap' ...

Of nog : wat zijn uiteindelijk de bedragen die toegekend worden bij whiplash en TBI ? Dan zou kunnen vastgesteld worden dat die bedragen mensonterend laag liggen. En dat steeds dezelfde bedragen terugkeren. Dan zou ook de opsplitsing van de Nederlandse rechters aan het licht komen : een deel van de Nederlandse rechters is eerlijk, een ander deel zijn gewoonweg verzekeringsrechters. Waarom voert Justitie geen onderzoek uit naar haar verzekeringsrechters die keer op keer verzekeringsgezinde artsen aanstellen als deskundige ? Of die ingaan op alle eisen en verzoeken van de verzekeraars ?

Al bij al een gemiste kans en een betreurenswaardig zooitje bij onze Noorderburen, waarbij de Nederlandse Justitieminister finaal openlijk aangeeft dat hij net als zijn Belgische collega Koen Geens ten dienste staat van de verzekeringssector.

Het officiële persbericht :

Onderzoek Langlopende Letselschadezaken Op verzoek van het Ministerie van Justitie en Veiligheid organiseert De Letselschade Raad een onderzoek naar de oorzaken van langlopende letselschadezaken.

Langlopende letselschadezaken zijn zaken die langer dan twee jaar lopen. Deze termijn sluit aan bij de tweejaar-termijn die in de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL) is opgenomen.

Voor de zomer van 2018 zijn 10 organisaties, waaronder universiteiten en onderzoeksbureaus, gevraagd een onderzoeksvoorstel te doen.

Eind september 2018 heeft de begeleidingscommissie van het onderzoek gekozen voor het onderzoeksvoorstel van de Universiteit Utrecht (UU). De begeleidingscommissie bestaat uit een afspiegeling van alle betrokken stakeholders in De Letselschade Raad. De UU zal voor de operationele aspecten van het onderzoek samenwerken met bedrijfskundig adviesbureau Q-Consult Progress Partners. Gelet op de grote omvang van het aantal te onderzoeken dossiers, zal de UU het rapport voor de zomer van 2019 opleveren.

Meer over het onderzoek

In december 2018 is de Universiteit Utrecht in samenwerking met Q-Consult Progress Partners (QCPP) gestart met het onderzoek naar de redenen voor het tijdsverloop in letselschadedossiers die langer dan twee jaar openstaan, en daarmee langlopend zijn geworden.

Aan de hand van een dossieronderzoek bij verzekeraars en een vragenlijstonderzoek bij benadeelde partijen, gevolgd door enkele interviews en een focusgroep-bijeenkomst, inventariseert de Universiteit hoe deze dossiers zich kenmerken. Daarbij wordt niet alleen gelet op juridisch-technische factoren, maar ook bijvoorbeeld op het medisch traject, de bereikbaarheid van partijen, de ervaren rechtvaardigheid door de benadeelde partij en de inzet van neutrale derden, zoals een rechter of een herstelgerichte dienstverlener.

Veertien verzekeraars werken mee aan het onderzoek. Aan deze verzekeraars is gevraagd een dossierlijst (zonder persoonsgegevens) aan te leveren bij QCPP, die daaruit een steekproef trekt.

De benadeelde partijen in de dossiers uit de steekproef worden benaderd voor deelname aan het onderzoek door de verzekeraar. In het licht van de privacyregels wordt iedere benadeelde partij afzonderlijk gevraagd om toestemming voor inzage in het dossier aan 8-5-2019 Onderzoek Langlopende Letselschadezaken - De Letselschade Raad https://deletselschaderaad.nl/activiteit/onderzoek-langlopende-letselschadezaken/ 2/3 verzekeraars-zijde. De reden dat de verzekeraar toestemming vraagt voor inzage, is dat de Universiteit Utrecht niet zomaar persoonsgegevens mag ontvangen van verzekeraars.

De belangenbehartiger aan de zijde van de benadeelde partij wordt ook op de hoogte gesteld van dit verzoek. De benadeelde partij wordt alleen gevraagd voor deelname aan het onderzoek; de deelname wordt niet geregistreerd in het dossier en heeft op de afwikkeling daarvan daarom ook geen invloed. Ook alle brancheverenigingen die aangesloten zijn bij De Letselschade Raad alsmede de vereniging van letselschadeadvocaten (LSA) en De vereniging van Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade (ASP) zijn op de hoogte gebracht van het onderzoek.

Voor de begeleiding van het onderzoek is door De Letselschade Raad een commissie ingesteld. In deze begeleidingscommissie hebben verschillende partijen zitting. Zij zijn gevraagd vanwege hun kennis over langlopende dossiers. De samenstelling van de commissie is een afspiegeling van de letselschadebranche zoals vertegenwoordigd in het Platformoverleg van De Letselschade Raad.

Op dit moment is bij het overgrote deel van de participerende verzekeraars een steekproef getrokken. Die verzekeraars benaderen op dit moment de benadeelden voor deelname aan het onderzoek en informeren hun belangenbehartigers. Het kan dus zo zijn dat u op dit moment al een brief heeft ontvangen. Zoals gezegd, voor deze constructie moest worden gekozen in verband met privacyregelgeving. Ook zijn de vragenlijsten voor dossieronderzoek en het vragenlijstonderzoek zo goed als afgerond, wat betekent dat binnenkort kan worden gestart met de verzameling van de data.

AVG aspecten

Vanwege de AVG, heeft in voorbereiding op het onderzoek naar Langlopende letselschadezaken door de Universiteit Utrecht, intensief overleg plaatsgevonden over de borging van de privacy van de betrokkenen in een letselschadedossier. Dit overleg heeft plaatsgehad met de Autoriteit Persoonsgegevens, een privacy advocaat en de juridische afdeling van de UU. Dit heeft tot de volgende werkwijze geleid:

De UU vraagt te allen tijde toestemming aan de benadeelde partij voor deze inzage in het dossier. Dit vanwege de inzage in bijzondere persoonsgegevens (gezondheidstoestand) in dossiers.

Toestemming voor inzage in het dossier wordt verkregen door het ondertekenen van een toestemmingsbrief of online toestemming door de benadeelde partij. De toestemmingsbrief is in overleg met de ethische commissie van de UU tot stand gekomen.

Omdat de UU geen persoonsgegevens mag ontvangen van een derde partij (de verzekeraars), heeft de UU een lijst van dossiernummers opgevraagd van dossiers die twee jaar of langer openstaan. In deze lijst mochten geen persoonsgegevens worden vermeld.

Uit de ontvangen dossierlijst heeft de UU een representatieve steekproef getrokken. Daarvan is een steekproeflijst opgesteld.

De verzekeraar heeft de steekproeflijst van de UU ontvangen. Tevens ontving de verzekeraar het verzoek om de betreffende benadeelde partij te benaderen met een door de UU opgestelde brief. Bij die brief is een begeleidende brief gevoegd met de uitleg waarom de verzekeraar de brief van de UU toestuurt.

De verzekeraar heeft de brief door middel van een zogenaamde ‘merge’ aan de betrokken benadeelde verzonden. Hierdoor kan het zo zijn, dat de naam van een benadeelde partij in die brief is verschenen. De UU kent de namen van die betrokkenen echter niet. Zij heeft enkel een standaardbrief en een lijst van dossiernummers aan de betrokken verzekeraar geleverd.

In verband met de validiteit (betrouwbaarheid) van de steekproef, zijn de brieven aan de benadeelde partijen via de verzekeraar gestuurd. Belangenbehartigers (inclusief hun beroepsverenigingen) zijn geïnformeerd over het onderzoek en hebben ook de toestemmingsbrief ter informatie ontvangen.

Begeleidingscommissie mr Marly de Blaeij – Verzekeraars Frans van Cuijk – NLE mr Ivanka Dijkstra – DLR, secretaris mr Remco Heeremans – DLR, voorzitter mr Jasper Keizer – advocaat mr Annemiek van Reenen-ten Kate – NIS Judith Schmidt – Verzekeraars

Vragen over het onderzoek? Heeft u vragen hebben over het onderzoek? Neem dan per e-mail contact op met de projectleider van het onderzoek, dr. Rianka Rijnhout (R.Rijnhout@uu.nl).

Featured Posts
Recent Posts
bottom of page