Geef alle ongevalsslachtoffers een Henri Heimans als rechter
Henri Heimans, de rechter die het opneemt voor geïnterneerden
Hij gaat met koffie en fruitsap rond. En met originele hapjes. Een glaasje gevuld met popcorn, aardbei, salade en vlees bijvoorbeeld. Hij bedient als een echte professional van een cateringbedrijf minister van Justitie Geens, SP.A-politicus Bert Anciaux, de voorzitter van de Liga voor Mensenrechten Jos Vander Velpen en 200 andere genodigden. "Hoe gaat het, André?" vraag ik. Meteen overtuigd: "Zeer goed, zeer goed. Ik ben zo blij dat ik dit mag doen."
Ik herkende André meteen van een gevangenisbezoek in Merksplas, enkele jaren geleden. Toen zat hij daar stil, zenuwachtig, heel onzeker, met een ongezonde huidskleur. Nu bedient hij fier alle grote namen van justitie op een receptie gevuld met rechters en gevangenisdirecteurs. Zij zijn allemaal aanwezig om magistraat Henri Heimans te huldigen. Henri Heimans kreeg zondag de Prijs voor de mensenrechten. Terecht. Hij staat niet voor niets bekend als de meest menselijke magistraat in ons land. De prijs werd uitgereikt in het Forensisch Psychiatrisch Centrum van Gent. Daar waar André zit. Hij is 53 jaar en werd jaren geleden geïnterneerd. Henri Heimans strijdt al jaren dag in dag uit voor een rechtvaardige en sociale samenleving, met oog voor de zwakkeren. Zijn niet aflatende strijd voor de rechten van geïnterneerden is lovenswaardig. Dat beamen minister Geens, Bert Anciaux en de voorzitter van de Liga voor mensenrechten Jos Vander Velpen in hun toespraken. Maar dat beaamt vooral ook Jacqueline. Zij is mama van een geïnterneerde. "Onze zoon is nu 43 jaar. Vanaf zijn 21ste kampt hij met psychoses. 15 jaar hebben we gesukkeld van psychiatrie naar psychiatrie. Tot hij geïnterneerd werd. Hij belandde in de Gentse gevangenis de Nieuwe Wandeling en er gebeurde niets met hem. Niets. Hij zat daar maar in zijn cel. Onze zieke jongen. We hadden als ouders bijna alle hoop opgegeven. Maar daar was Henri Heimans. Hij luisterde naar ons en naar onze zoon. Hij nam uitgebreid tijd als voorzitter van de commissie ter bescherming van de maatschappij en zocht concreet naar oplossingen. Het was Heimans die de toestemming gaf dat onze zoon elke ochtend de gevangenis mocht verlaten om ambulante therapie te volgen. De eerste dag was ik zo zenuwachtig. "Kan hij dat wel? Nemen we geen risico?", alles spookte als moeder door mijn hoofd. Toen ik die eerste ochtend mijn jongen zag buitenkomen, in gewone kledij, wist ik: 'dit komt goed'. Elke avond reed ik hem terug naar de gevangenis. Na maanden ambulante therapie vanuit de gevangenis mocht hij beschut wonen. En nu woont hij alleen. Hij volgt nog steeds twee dagen per week therapie en gaat één keer om de 14 dagen naar Sleidinge voor zijn medicatie. Dankzij Henri hebben we onze zoon terug. Een aangename jongen." Ook Henri zou Henri niet zijn mocht hij niet alle lofbetuigingen aan zijn adres meteen wegwuiven. Hij houdt een kort dankwoord, waar hij vooral zijn vrouw, kinderen, pluskinderen, zijn ouders, het voltallige team van de Liga voor mensenrechten en zijn collega's van de commissie ter bescherming van de maatschappij bedankt.
Hij gaat dan meteen naar de essentie. Die mensen waar hij dagelijks voor vecht. Het vertelt het verhaal van Mia (schuilnaam). Mia is een jonge vrouw van 21 jaar. Vanaf haar tiende heeft ze geen contact meer met haar vader. Enkele jaren later wordt ook alle contact met de moeder verbroken.
Haar ouders hebben zware psychiatrische problemen. Ook Mia. Ze sukkelt als minderjarige onder de bescherming van de jeugdrechtbank van instelling naar psychiatrie. Ze wordt een echte draaideurkinderpsychiatrie.
Op 18 jaar valt alle bescherming weg en staat ze helemaal alleen in deze wereld. Juni vorig jaar werd ze geïnterneerd. Ze stalkte met haar telefoon een politiedienst. De belaging was nochtans niet zo ernstig maar Mia wordt door de psychiatrie te zwaar bevonden en wat voor de psychiatrie te zwaar is gaat naar de gevangenis. Mia probeert zich in de cel eerst te verhangen met haar slaapkleed. De gevangenis knipt de mouwen van het slaapkleed maar ze doet nog een poging, dit keer met een laken. En nog eens. Ook met de gordijnen. Ze belandt in de isoleercel. Ze weegt nog nauwelijks 40 kilo. Ze wordt aan handen en voeten vastgebonden. Ze krijgt een pamper voor haar behoefte. Henri Heimans wordt erbij gehaald. Hij belt meteen zijn vrouw. "Ik kom niet dadelijk naar huis. Ik blijf hier in de gevangenis tot er een oplossing is voor Mia." Dit is eigenlijk hét zinnetje van de huldiging. Een magistraat die achter de schermen vecht voor een betere interneringswet, voor de opsluiting - indien echt noodzakelijk - van zieke mensen in een aangepaste menswaardige omgeving, waar deze mensen recht hebben op behandeling en begeleiding. En daarnaast echt concreet die mensen helpt. André komt nog eens rond. Dit keer een hapje met scampis en rijst. "Meneer Heimans is een grote meneer, mevrouw. Ik krijg hier nu therapie en de mensen geloven in mij. Zij hebben mij gezegd: 'André, ge gaat dat goed doen die bediening'. Doe ik het goed, mevrouw? Want ik hoop dat ik binnenkort naar beschut wonen mag en dan buiten kan werken. Dat ik terug een leven heb." Ik leg mijn hand op zijn schouder en zeg: "Ik denk niet dat iemand in deze zaal beter kan bedienen. De minister en al die mensen kunnen met grote woorden spreken, maar ik wil ze eens zien doen wat u doet, André." Hij lacht. Zijn ogen stralen geluk. Hij loopt met rechte rug terug naar de keuken. Het is die lach die meneer Henri Heimans terecht de prijs van de Liga voor mensenrechten geeft. In naam van alle André's. In naam van de zoon van Jacqueline. In naam van alle Mia's.