Euthanasie : enkel als de patiënt er zelf om vraagt
Een arts weet niet wat 'zorgvuldig' is bij euthanasie, en kan er dus niet naar handelen
Juridische argumenten verdringen de morele vraag bij de beoordeling van euthanasiedossiers, aldus Berna van Baarsen, die tot dit jaar als ethicus lid was van de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie. Omdat dat niet in openheid gebeurt, tasten artsen in het duister over wat geldt als zorgvuldig handelen.
Berna van Baarsen10 oktober 2018, 14:13
4 min
Aanmeldingsformulier van de Levenseindekliniek. ©ANP
Onlangs schreef ik drie wetenschappelijke artikelen over de dilemma's die ik als lid van de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie (RTE) heb ervaren bij het beoordelen van euthanasiedossiers. Ik vroeg me af of we wel in staat zijn het lijden van in het bijzonder onmondige patiënten te beoordelen en wat de invloed is van de omgeving op artsen als zij een oordeel moeten vormen over dat lijden en de vrijwilligheid van de doodswens.
In de toetsingspraktijk wegen juridische argumenten steeds zwaarder, terwijl de morele vraag of in bepaalde gevallen goed is gedaan door dood te maken, ondergesneeuwd dreigt te raken. Dit is des te zorgwekkender omdat discussies en besluitvorming in de RTE onvoldoende transparant zijn. Verschuivingen in de oordeelsvorming en interpretaties van de wet zijn daardoor onherleidbaar.
Ik heb te vaak meegemaakt dat (tijdrovende) ethische argumenten nauwelijks onderzocht waren als de voorzitter de knoop doorhakte
De reacties van de voorzitter van de RTE, Jacob Kohnstamm, op mijn artikelen bevestigen het beeld van de RTE als een ontoegankelijk bastion waarmee het lastig communiceren is. Het verwijt dat critici zoals ik niet begrijpen wat de rol is van de RTE of het niet eens zijn met de wet, doet geen recht aan de complexiteit van de discussie en leidt af van de vraag hoe de wet geïnterpreteerd moet worden en wie hier een stem in moet hebben.
Rekkelijken en preciezen
De wet bepaalt dat een commissie, bestaande uit in elk geval één jurist, tevens voorzitter, één arts en één ethicus, moet beoordelen of een arts zorgvuldig heeft gehandeld of niet. De gelijke status van ethici, artsen en juristen staat onder druk. Tien jaar geleden kreeg elke casus in de vergadering de tijd die nodig was om een oordeel te formuleren op basis van consensus tussen de drie disciplines. De laatste jaren werden besluiten, onder meer door werkdruk, vaker bij gewone meerderheid genomen. Ik heb te vaak meegemaakt dat (tijdrovende) ethische argumenten nauwelijks onderzocht waren als de knoop door de voorzitter werd doorgehakt.
Een hiermee samenhangende vraag is of een arts die een dossier indient, ongeacht de samenstelling van de commissie, hetzelfde oordeel krijgt. Ik denk vooral aan complexe dossiers waarin dementie, een psychiatrische aandoening of stapeling van ouderdomsaandoeningen centraal staat.
Onmiskenbaar hebben RTE-leden uiteenlopende interpretaties van de wettelijke zorgvuldigheidseisen, zoals ondraaglijkheid en uitzichtloosheid van het lijden of vrijwilligheid van de doodswens. In de laatste jaren van mijn aanstelling werd in de wandelgangen over rekkelijken en preciezen gesproken.
Ik heb de meningsverschillen tussen leden groter zien worden en ik sta in mijn observaties niet alleen. In de derde wetsevaluatie (2017) kan een meerderheid van de geïnterviewde RTE-leden niet onderschrijven dat de harmonisatie tussen de oordelen acceptabel is; er wordt gemeld dat onderlinge discussies onvoldoende effectief zijn en dat er sprake is van behoorlijke cultuurverschillen tussen commissies. Eind 2017 heeft de RTE zelfs een hele discussiedag gewijd aan de rekkelijken en preciezen binnen de gelederen. Het bevestigt dat de RTE, net als ik, de interpretatieverschillen tussen leden als een cultuurprobleem ervaart. Ook het instellen van een maatregel om de multidisciplinariteit in de onderlinge discussies te verbeteren wijst in deze richting.
Geen hoger beroep
De RTE doet er, in de woorden van Kohnstamm, alles aan om de discussies evenwichtig te houden. Dat betwist ik niet. Ik signaleer alleen dat persoonlijke verschillen in opvattingen het risico vergroten dat artsen ongelijk beoordeeld worden, temeer omdat de beoordelende commissies zo klein zijn.
Is dit erg? Rechters kunnen onderling toch ook verschillen in hun uitspraken? Er zijn belangrijke verschillen tussen de RTE en de rechtsspraak. Zo doet de RTE niet aan waarheidsvinding en bestaat er geen hoger beroep. Alleen de betrokken artsen worden zo nodig uitgenodigd om hun situatie en overwegingen toe te lichten. Nadat het oordeel door de commissie is vastgesteld, is geen verweer meer mogelijk.
Een nog belangrijker verschil is dat niet alle oordelen van de RTE openbaar zijn. De oordelen 'onzorgvuldig' komen weliswaar terecht bij het Openbaar Ministerie, maar van de oordelen 'zorgvuldig' is slechts een klein deel in te zien op de website van de RTE. Dat betekent dat het benodigde vergelijkingsmateriaal om een beroep op te kunnen baseren niet zichtbaar is. Dit vormt een belemmering voor de rechtsgelijkheid van artsen.
Ongrijpbaar
Dat de RTE zich inzet om de interne besluitvorming te harmoniseren is toe te juichen, maar heeft vooralsnog niet geleid tot grotere transparantie. Zo is niet duidelijk of de beoogde harmonisatie is bereikt.
Het zou van professionele integriteit getuigen als de RTE zich openstelt voor onderzoek naar de vraag of, en zo ja welke, grenzen verschuiven
Doordat commissievergaderingen niet worden genotuleerd, kan niet worden nagegaan hoe oordelen tot stand komen en hoe de gewenste multidisciplinariteit hierin wordt weerspiegeld. Zeker artsen die te maken krijgen met euthanasie in complexe gevallen als dementie hebben behoefte aan handvatten voor hun ethische overwegingen en moeten erop kunnen rekenen dat een oordeel 'onzorgvuldig' getoetst kan worden aan andere vergelijkbare casus die als 'zorgvuldig' zijn afgedaan. Het is de enige manier om het bestaan van verschillen in oordelen tussen commissies te rechtvaardigen.
De toetsingspraktijk is ondoorzichtig en ongrijpbaar. Externe controle op oordelen is noodzakelijk om te kunnen leren van argumentaties en weging in complexe casuïstiek.
Het zou van professionele integriteit getuigen wanneer de RTE inzicht zou bieden in haar oordelen en zich openstelt voor onderzoek naar de vraag of, en zo ja welke, grenzen verschuiven in de interpretatie van de wet, wat de rol van de RTE hierin is en hoe onafhankelijke deskundigen hierbij kunnen worden betrokken.
Dit in navolging van de missie die de RTE in haar externe communicatie uitdraagt: 'De werkzaamheden van de RTE zijn gericht op het borgen van zorgvuldigheid, transparantie en controleerbaarheid van de Nederlandse euthanasiepraktijk.'
Lees ook:
'Regels bepalen de waardigheid van het levenseinde'
Met de aankondiging van maar liefst vier onderzoeken naar mogelijk strafbare euthanasie stapt het Openbaar Ministerie uit de coulissen. 'Bij euthanasie moet een arts niet louter varen op zijn eigen kompas', zegt procureur-generaal Rinus Otte. Een interview.
Euthanasie zet de huisarts klem tussen justitie en patiënten
Nu justitie euthanasiezaken onderzoekt terwijl een groeiend aantal patiënten recht denkt te hebben op hulp bij hun levenseinde, zit de huisarts klem.
Bron :