Fonds voor Medische Ongevallen aanvaardde minder dan 10 wrakingsverzoeken "experts" sinds
Wrakingsverzoeken worden zonder enige controle of grond afgewezen door het FMO - zelfs als er ernstige redenen bestaan om een expert te wraken.
Officieel luidt het :
De expert die zijn opdracht aanvaardt, moet de deelnemers dus heel wat informatie over zijn competenties en zijn beroepsloopbaan meedelen, opdat zijn onafhankelijkheid en zijn onpartijdigheid gemakkelijker kunnen worden gecontroleerd.
In de praktijk geven de experts NIETS van informatie en hoeven ze niet eens een onafhankelijkheidsverklaring te ondertekenen. Ook binnen het FMO geldt, dat er geen enkele vorm van controle bestaat op de "experts", alhoewel er Zwarte Lijst artsen aangesteld worden door het FMO.
Bulletin nr : B091 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : 1122 - Zittingsperiode : 54
Overeenkomstig artikel 17, § 2 van de wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg kan het Fonds voor de Medische Ongevallen (FMO) een beroep doen op gespecialiseerde beroepsbeoefenaars in het kader van een tegensprekelijke expertise om precieze informatie te krijgen over een specifieke medische aangelegenheid in het kader van de behandeling van een vergoedingsaanvraag. Het FMO is verantwoordelijk voor de aanwijzing van de expert. Overeenkomstig artikel 17, § 3 van de bovenvermelde wet kan elk van de partijen evenwel de wraking van de aangewezen expert eisen indien deze niet de nodige onpartijdigheid bezit om zijn opdracht tot een goed einde te brengen. Aan die aanstellingsprocedure wordt in België kennelijk geen bekendheid gegeven. In Frankrijk daarentegen wordt de lijst van de erkende experts naar verluidt openbaar gemaakt en op de website van het Franse vergoedingsfonds ONIAM (Office National d'Indemnisation des Accidents Médicaux) gepubliceerd om belangenconflicten te vermijden en zo transparant mogelijk te werken. Onze zuiderburen hebben voorts een nationale commissie voor medische ongevallen opgericht om een expertise van de hoogste kwaliteit te verzekeren. Die commissie moet de experts opleiden en evalueren, en de regering aanbevelingen doen.
1. Hoe worden de door het FMO gemandateerde experts aangewezen en welke criteria worden er gehanteerd om de onpartijdigheid van de experts bij de uitvoering van hun opdracht te verzekeren?
2. Beschikt u voor de voorbije jaren over statistieken inzake het aantal procedures waarin de door het FMO gemandateerde expert werd gewraakt?
3. Wordt de samenstelling van het college van door het FMO erkende experts bekendgemaakt? Zo niet, zal uw departement aanvullende maatregelen nemen om de transparantie te verhogen?
4. Buigen uw diensten zich momenteel over de mogelijkheid om een orgaan in te stellen dat verantwoordelijk zou zijn voor de opleiding en de evaluatie van de experts?
Antwoord Maggie De Block :
Het Fonds voor de Medische Ongevallen (FMO) moet inderdaad dikwijls in het kader van zijn opdrachten tegensprekelijke expertisen organiseren. Volgens artikel 17, § 2, van de wet organiseert het Fonds een tegensprekelijke expertise indien er ernstige aanwijzingen zijn dat de schade de graad van ernst bedoeld in artikel 5 van de wet bereikt, tenzij de aanvraag kennelijk onontvankelijk of ongegrond is, of tenzij alle partijen bij de procedure er afstand van doen. Sinds de start van zijn werkzaamheden blijkt de ontwikkeling van een netwerk van experten dat toereikend is om het hoofd te bieden aan de toestroom van te behandelen dossiers een van de hoofduitdagingen van het FMO te zijn. Net zoals dat tot nog toe het geval is geweest, blijft de ontwikkeling van dat netwerk belangrijke inspanningen vergen van de diensten van het Fonds, die onafgebroken op zoek zijn naar nieuwe experten in alle sectoren van de geneeskunde. Bij wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg werd binnen of naast het FMO geen orgaan opgericht dat gelijkt op de Nationale Commissie Medische Ongevallen zoals die bestaat in Frankrijk en die samenwerkt met het ONIAM, de Franse tegenhanger van het FMO.
1. Om een netwerk van experten samen te stellen, heeft het FMO als overheidsinstelling vanaf 2012-2013 een overheidsopdracht georganiseerd volgens de onderhandelde procedure met voorafgaande bekendmaking. Die opdracht bestond, zowel voor tegensprekelijke als unilaterale expertisen, uit 49 loten waardoor de verschillende bestaande medische specialiteiten worden gedekt. Het bestek bevatte selectie- en toewijzingscriteria op basis waarvan de kandidaten zowel volgens hun competenties als volgens hun financiële eisen konden worden gerangschikt. Door die procedure, die in 2012 van start ging en die in 2013 werd afgesloten, konden voor de meeste loten talrijke kandidaten worden geselecteerd en kon het Fonds zo zijn eerste expertisen opstarten. De dossiers waarvoor een expertise moet worden uitgevoerd, worden aan de experten toevertrouwd volgens hun rangschikking. Die eerste overheidsopdracht volstond niet om voor alle loten experten te vinden, of in alle geval onvoldoende. Het Fonds start dus regelmatig procedures op voor een overheidsopdracht om zijn netwerk van experten te vervolledigen. Overeenkomstig artikel 17, § 2, derde lid en de voorwaarden van het bestek houdt het FMO meteen rekening met de elementen die het kent en die een wraking zouden kunnen verantwoorden, om eventueel de volgende batig gerangschikte expert aan te wijzen. Wanneer er geen enkele expert beschikbaar is in de overheidsopdracht, dan doet het FMO een beroep op experten met wie een bijzondere overeenkomst is gesloten. Een begrenzing van de erelonen is vastgelegd in een bijzondere clausule in de voormelde overeenkomst. Daarbij worden de experten herinnerd aan hun verplichtingen op het vlak van onafhankelijkheid en onpartijdigheid. De wrakingsprocedure die is vastgelegd in artikel 17, § 3 en § 4, van de wet is essentieel om die onpartijdigheid te garanderen. Bij de beoordeling van de verzoeken tot wraking houdt het FMO rekening met de criteria die door de gewone rechtbank in aanmerking worden genomen Het Fonds baseert zich ook op de principes die zijn afgeleid uit de adviezen van de Nationale Raad van de Orde der Geneesheren over de onafhankelijkheid van de experten en in het bijzonder uit het advies van 12 april 2003.
2. Het FMO heeft geen statistieken over het aantal procedures die het voorwerp hebben uitgemaakt van een verzoek tot wraking. Dergelijke gevallen bestaan maar komen zeer zelden voor. Wanneer er een element is dat een wraking zou rechtvaardigen, meldt de door het FMO gevraagde expert dat doorgaans onmiddellijk alvorens de partijen worden gecontacteerd. Sinds de start van zijn werkzaamheden heeft het FMO minder dan een tiental verzoeken tot wraking aanvaard. Dat is uitzonderlijk.
3. Er geldt geen verplichting tot bijzondere bekendmaking ten opzichte van de buitenwereld met betrekking tot de experten die voor het FMO werken. Met het akkoord van zijn Beheerscomité heeft het FMO echter onlangs het begrip disclosure opgenomen in zijn expertisen. Het is de bedoeling dat de identiteit, de hoedanigheid en de competenties van de professionele deelnemers aan de expertise systematisch worden meegedeeld. In het belang van de openbaarheid van de expertise is het belangrijk voor de patiënt om te weten wie de expertise uitvoert en welke partijen mee rond de tafel zitten. De expert die zijn opdracht aanvaardt, moet de deelnemers dus heel wat informatie over zijn competenties en zijn beroepsloopbaan meedelen, opdat zijn onafhankelijkheid en zijn onpartijdigheid gemakkelijker kunnen worden gecontroleerd.
4. Tot op vandaag bestaat er geen project voor een orgaan dat verantwoordelijk is voor de opleiding en de evaluatie van de experten.