top of page

Politierechter bevestigt : Justitie moet geld opbrengen, rechtvaardigheid is ver zoek

Politierechter maakt na 42 jaar kritische balans op van rechtspraak: “Justitie wordt commercieel bedrijf”

Vandaag om 03:00doorCédric Maes

GENT -

“Justitie is bezig in een commercieel ­bedrijf te veranderen. Ik krijg de ­indruk dat het ook geld moet opbrengen, en dat alles wat geld kost wordt af­gebouwd.” Politierechter Christian Vanhoorebeke (66), die deze week zijn laatste zitting voorzat na een carrière van 42 jaar, heeft bedenkingen bij de evolutie die onze rechtspraak de laatste twintig jaar heeft doorgemaakt. “Boetes, boetes en nog eens boetes. Ik vraag me af of dat in functie van de veiligheid is.”

FOTO: FVV

“Almaar hogere boetes. Dan spreek je niet meer over rechtvaardigheid, maar over geld”

“We worden verplicht almaar hogere boetes op te leggen,waardoor we het risico lopen mensen te ruïneren. ­Iemand die 1.500 euro verdient en een gezin met twee kinderen heeft, kan geen boetes van 7.000 euro betalen. In zo’n systeem spreek je niet meer over rechtvaardigheid en bescherming van de maatschappij, maar over geld”, aldus rechter Vanhoorebeke.

Een steen werpen wil hij niet, maar hij stelt zich openlijk de vraag of dit de juiste manier van handelen is. Ooit liet hij optekenen dat hij geen rechter geworden is om mensen te ruïneren, maar om hen op het juiste pad te brengen. “Daarom pleit ik voor lagere, redelijke boetes die wél betaald kunnen worden. Want dan worden ze misschien ook effectief betaald, en voelen de schuldigen het.”

Volgens Vanhoorebeke probeert men justitie te commercialiseren, en mag het departement niet enkel geld kosten, maar moet het ook geld opbrengen. “Er is veel ver­anderd, en niet altijd op een goede manier. Zeker de laatste twintig jaar hakte de besparingspolitiek er stevig in. Justitie is een beveiliging van onze samenleving, en dat kost nu eenmaal geld. Maar dure posten, zoals gevangenissen, moeten in sneltempo leeg­gemaakt worden.”

“Steeds vaker zijn ­rechters gebonden aan minimumstraffen. Zo worden we beknot in onze beoordeling”

Nog een fenomeen waar Vanhoorebeke het moeilijk mee heeft, is de stortvloed aan nieuwe wetten met vastgelegde minimumstraffen. “Het beslissing- en beoordelingsrecht van de rechter wordt op die manier beknot. Tweede keer dronken achter het stuur, ook al was de vorige keer tien jaar geleden: bam, alle rijexamens opnieuw, een boete van duizenden euro’s en een maandenlang rijverbod. De context doet erminder en minder toe, en dat is een spijtige zaak.”

Bij de Gentse advocaten staat Vanhoorebeke bekend als een milde, menselijke rechter. “De kern van de zaak is redelijkheid”, vindt hij. “Mensen hebben het recht zich te verdedigen en de vol­ledige situatie te schetsen. Als rechter is het onze taak rekening te houden met alle factoren en omstandigheden, en in alle redelijkheid te oordelen.”

“De publieke opinie schreeuwt om strenge straffen. Met die druk mag een rechter zich niet inlaten”

Ook op het vlak van verkeersveiligheid ziet de rechter de veranderingen veeleer somber in. “De publieke opinie schreeuwt om voorbeelden die gesteld moeten worden en om steeds strengere straffen. Maar als rechter zijn we gebonden aan het recht en het dossier, en mogen we ons niet inlaten met druk van buitenaf.”

Dat een bestuurder die voor de vijfde keer dronken een ongeval veroorzaakt en een dodelijk slachtoffer maakt, zwaar gestraft wordt, is voor Vanhoorebeke vanzelfsprekend. “Maar soms liggen de kaarten anders. Een zestiger die op het einde van zijn carrière als bestuurder één fout begaat en een dodelijk on­geval veroorzaakt, moet niet als een gewetenloze dood­rijder gezien worden. Moeten we die bestuurder dan al zijn rijexamens opnieuw laten afleggen – zoals nu in de wet voorzien is – ook al was het zijn enige ongeval in heel zijn leven? Ik vind van niet. Maar door die voorgekauwde regels hangen we vast aan bepaalde straffen die niet altijd op hun plaats zijn. De verkeersveiligheid is niet gebaat bij een zestiger die door één fout in zak en as zit en ook nog voor de rest van zijn leven moet af­betalen en al zijn rijexamens opnieuw moet afleggen.”

FOTO: FVV

“Als een kind dat alleen onderweg is plots onder een wagen rent, ligt de verantwoordelijkheid ook bij de ouders”

Bijna 25 jaar lang paste Vanhoorebeke het verkeersrecht toe. Een periode waarin hij de vreselijkste ongevallen zag. “Zaken waarbij het slacht­offer geen enkele kans had zijn of haar leven nog te redden, bleven soms wel nazinderen. Het ongeval van onlangs in Maldegem bijvoorbeeld, toen een zware truck inreed op de staart van een file. Die slachtoffers hadden nooit de kans zich te redden, maar werden verrast. Ook ongevallen met jonge kinderen maken indruk, maar ook hier mogen we ons niet laten leiden door emoties of publieke druk om een sterk signaal.”

Wanneer de gewezen politierechter zelf de baan op is, trekt hij soms grote ogen. “Ik zie kinderen van het eerste of tweede studiejaar kilometers ver alleen naar school fietsen, en dat is onverantwoord. Kinderen zijn zich van geen gevaar bewust en halen soms de zotste toeren uit. Als zo’n kind dan plots de weg oversteekt en onder de wielen van een wagen rent, ligt de verantwoordelijkheid bij de bestuurder én bij de ouders. De bestuurder kon niet stoppen voor een hindernis, en ging in de fout. Maar ouderlijk toezicht was in dat geval ook doorslaggevend geweest. Weggebruikers moeten beseffen dat ze hun eigen leven in handen hebben. En wij als rechters moeten de kans krijgen op een redelijke manier te oordelen over een dossier, mét de context van dat spe­cifieke dossier.”

Bron : https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20180811_03659145

Featured Posts
Recent Posts
bottom of page