Is jouw arts een zalm of een karper ?
De grootste vijand van een dokter zou nooit een andere dokter mogen zijn (blog)
VILVOORDE 21/06 - "De ergste vijand van een dokter is de andere dokter." Ik was een pas beginnend journalist toen ik deze verbijsterende uitspraak te horen kreeg. We zaten die avond voor de zoveelste maal aan tafel in een statig herenhuis annex dokterspraktijk aan de Antwerpse Markgravenlei."
In die tijd werd er nog gegeten na een persconferentie en kwamen de beste wijnen op tafel. Als junior journalist 1971, zong ik de lof van het nobele artsenberoep. Toen sprak één van de oudere tafelgenoten deze merkwaardige zin uit. Hij was toen al een oudere arts en veel wijzer dan het hele journaille samen dus. Ik bleef sceptisch. Dat kwam niet overeen met mijn idee over het dokter zijn, ik geloofde , naïef als ik was, dat de geneeskunde de meest humane van alle wetenschappen is. Nu meer dan 45 jaar later weet ik beter. Het gesprek ging zoals nu over de strijd tussen de artsensyndicaten.
Ik heb geleerd dat discussies onder medici niet altijd gevoerd worden op een rustige en respectvolle wijze, en dat de wetenschappelijke vooruitgang er zelden komt door positieve feedback , ook als het gaat om planning van patiëntenzorg en medische educatie. Uiteraard zullen ego's botsen, er zijn zeer competitieve artsen die het liefst op de plaats van een ander willen zitten en die te pas en te onpas hun superioriteit willen tonen – en die meer dan vaak missen wat ze beweren te hebben - , in feite bedelen ze om aandacht en bewondering. En er zijn gedegen, stille werkers, die gestaag doorgaan en zich toch ogenschijnlijk laten passeren door al dat ambitieuze geweld maar tenslotte winnen.
Uiteraard is de diversiteit van meningen en perspectieven een fundamenteel onderdeel van de academische geneeskunde. Maar soms hebben we te maken met een aaneenschakeling van negatieve gedachten die schadelijk kunnen zijn, zowel voor artsen als patiënten.
Ik heb geen wetenschappelijk bewijs heb om dit te onderbouwen. Maar ik ken een beetje medische geschiedenis. Ik denk aan de Engelse arts William Harvey die met de ontdekking van de grote bloedsomloop het nieuwe tijdperk voor de fysiologie inluidde. Harvey's ontdekking stuitte in wetenschappelijke kringen aanvankelijk op groot verzet. Harvey werd als een nieuwlichter beschouwd, en zag zijn lucratieve praktijk in Londen daarom tot op ongeveer een kwart teruglopen. Het gehele medische denken was toen nog doortrokken van de geest van Galenus die nog steeds als de grote autoriteit gold. Tal van Galenistische misvattingen moesten in een moeizame strijd worden opgeruimd. De geschiedenis is cynisch want naar Galenus werd een hedendaagse award vernoemd, niet naar Harvey.
Een andere Britse arts die veel tegenwind kreeg was Edward Jenner. Niet alleen deed hij fundamenteel onderzoek naar aderverkalking maar paste hij ook als eerste de koepokkenvaccinatie toe. De tegenstand ging zo ver dat er spotprenten verschenen van mensen die door de vaccinatie koeienkoppen kregen. Ook vanuit godsdienstige hoek werd heftig gereageerd, het inenten met de lage schepselen Gods zou ontoelaatbaar zijn. Desondanks werd uiteindelijk dertig jaar na zijn dood, in 1853, de vaccinatie verplicht.
Of neem nog een andere Britse arts John Snow die de grondlegger is van de epidemiologie en de volksgezondheid. Snow ontdekte dankzij zijn empirische waarnemingen dat de cholera-epidemie van 1854 in Londen werd veroorzaakt door besmet water uit de waterpomp op Broadstreet. Hij stuitte op ongeloof. Zijn technieken worden in de huidige epidemiologische studies nog steeds toegepast. Het begon allemaal met eenvoudige observaties.
Of neem de Hongaarse dr. Ignaz Semmelweis, die in 1844 kwam te werken in het Allgemeines Krankenhaus in Wenen, een academisch ziekenhuis waar ongeveer 25 procent van de vrouwen een fatale kraamvrouwenkoorts kreeg. De academie verklaarde dat dit te wijten was aan "atmosferische, tellurische, kosmische miasma's" ofwel door de lucht overgedragen (atmosferisch), aardse (tellurisch), jaargetijde-afhankelijke (kosmisch), rottende organische stoffen (miasma's). Semmelweis ontdekte dat de handen wassen in een chlooroplossing veel meer afdoende werkte. Het duurde echter nog tot rond 1890 voor zijn ideeën over antiseptisch onderzoek hun ingang vonden.
Pas na de ontdekking door Louis Pasteur van de bacterie kreeg zijn methode de nodige theoretische onderbouwing. Het was Joseph Lister die Semmelweis postuum de eer gaf die hem toekwam. Hij staat tegenwoordig bekend als de vader van de antiseptische methode.
Nog eentje: De Australiërs Barry J. Marshall en J. Robin Warren, herontdekten in 1982 dat de helicobacter pylori maagzweren, ontstekingen van het maagslijmvlies en twaalfvingerige darm veroorzaakte. De bacterie wordt nu ook in verband gebracht met sommige vormen van maagkanker. Ze werden weggelachen: maagpijn krijg je van stress en van een slecht karakter en daarvoor moest je in psychotherapie. In 2005 ontvingen ze de Nobelprijs voor de geneeskunde.
En nog een heel recente: Ralph Steinman immunuloog van de Rockefeller University in New York ontdekte in 1973 samen met zijn collega Zanvil Cohn de denditrische cellen .De ontdekking van Steinman mag met recht een doorbraak worden genoemd. Maar de wetenschappelijke gemeenschap reageerde koeltjes. "Het was alsof ze doof waren", herinnert Steinman zich. "Onze publicatie werd grotendeels genegeerd." Pas eind jaren tachtig kregen Steinmans dendritische cellen erkenning. "Langzaam kwam de wetenschap erachter dat bijna elke ziekte wel iets te maken heeft met het afweersysteem. En de dendritische cellen spelen daarin een enorm belangrijke rol: zij kunnen heel precies aan het immuunsysteem vertellen wat ze wel en niet moeten aanvallen. In theorie kan dat van alles zijn."
Wie de (auto)biografieën van deze dokters leest kan niet anders dan tot zijn verbijstering vaststellen dat deze genieën systematisch tegengewerkt, belasterd en zelfs gesaboteerd werden door hun collega's.
Ik sprak hierover met een arts die ooit aan een eerbiedwaardige alma mater solliciteerde maar afgewezen werd. Toen ze op een keer gehuldigd werd, vroeg ze haar stagedossier op. Daarin las ze : "Mist het karakter dat nodig is om een arts te zijn," "zal geen goede arts zijn," en "weet niet hoe te handelen in stresssituaties". Ze leidt nu frontlijnonderzoek aan een andere Europese universiteit.
We wisselden van gedachten in de rand van een congres waar wetenschap en literatuur elkaar ontmoetten. Van haar leerde ik een ander gezegde: "Een goede dokter is als een zalm: hij zwemt tegen de stroom in. De meerderheid zijn vette karpers, zij houden zich op bij de modderige bodem."
Marc van Impe
Marc van Impe is Senior Writer voor MediQuality. Hij is ook voorzitter van het Vlaams Instituut voor Journalistiek. Hij schrijft sinds dertig jaar over de evolutie van het gezondheidsbeleid in binnen- en buitenland. Eerder was hij onder meer hoofdredacteur bij MediPlanet, de Huisarts en Harvard Business Review België. Als bevoorrecht observator werpt hij regelmatig een kritische blik op de actualiteit in onze gezondheidssector. Zijn blogs weerspiegelen zijn persoonlijke mening en vallen onder zijn verantwoordelijkheid.
21/06/2018 Auteur: Marc van Impe Bron: MediQuality