Wie bepaalt welk geneesmiddel terugbetaald wordt ?
‘Het ziekenfonds heeft geen nut meer'
Jasper D'hoore,
Redacteur Politiek & Economie
07 juni 201807:53
Marc Moens: 'Het is dankzij ons - niet dankzij de ziekenfondsen - dat veel behandelingen worden terugbetaald.' ©SISKA VANDECASTEELE
Bij het begin van de medische verkiezingen waarschuwt Marc Moens van de artsenvakbond BVAS voor de machtsgreep van de ziekenfondsen. ‘Ze werpen zich nu op als gezondheidsfonds. Sorry, ik vind dat niet aanvaardbaar.’
Niet de ziekenfondsen, maar de artsen zijn de beste vertegenwoordigers van de patiënten, meent Marc Moens (67), de voorzitter van de artsenvakbond BVAS. En hoewel enkel artsen mogen stemmen, zijn de medische verkiezingen, die vandaag beginnen en lopen tot 26 juni, volgens hem voor iedereen ontzettend belangrijk.
Bij de stembusgang van 2014 eindigde BVAS met 55,5 procent van de stemmen als de grootste. Het levert de bond onder meer de helft van de artsenzitjes in de belangrijke Medicomut, het overlegorgaan van artsen en ziekenfondsen op. Zo kan de bond zwaar wegen op het gevoerde beleid.
Het is dankzij ons - niet dankzij de ziekenfondsen - dat veel behandelingen worden terugbetaald.
Marc Moens
Tegenstanders zien in de gepensioneerde klinisch bioloog Moens, die al meer dan dertig jaar een belangrijke rol speelt bij BVAS en in juni volgend jaar afzwaait, de verpersoonlijking van de artsenbond: oud, star en conservatief. Hij zucht als we hem daarmee confronteren. ‘Dat wordt zo gemakkelijk gezegd. Het is een beeld dat teruggaat tot de artsenstakingen van 1964, toen zelfs ik nog in mijn korte broek op het college zat. Die staking, waar BVAS de drijvende kracht achter was, is zo hard blijven hangen in het collectieve geheugen dat mensen ons nog altijd als verstard zien. Onterecht. Natuurlijk halen we al eens uit of spreken we soms tegen - mag het nog? We zijn een vakbond. Als we dat niet doen, zouden we ons werk slecht doen.’
Waarom vindt u artsen een betere vertegenwoordiger van de patiënt dan de ziekenfondsen?
Marc Moens: ‘Het is dankzij ons - niet dankzij de ziekenfondsen - dat veel behandelingen worden terugbetaald. Recentelijk werd dat nog eens duidelijk met de discussie over het geneesmiddelenbudget. De vraag was wat we doen met geneesmiddelen die ook nuttig blijken te zijn in de strijd tegen een andere aandoening. Concreet: stel dat een nu al terugbetaald geneesmiddel tegen huidkanker ook blijkt te werken tegen longkanker, betalen we dat dan voor die behandeling terug? Nu gebeurt dat enkel als de producent het middel in prijs verlaagt, maar soms lukt dat niet. Wij vinden dat een terugbetaling dan toch aan de orde is. De ziekenfondsen wilden dat om principiële redenen niet.’
De ziekenfondsen vrezen de hoge kostprijs. Wie inzit met de factuur, is toch ook met het belang van de patiënt bezig?
Moens: ‘De ziekenfondsen wilden niet met de maatregel instemmen omdat het geneesmiddelenbudget vorig jaar al met meer dan 200 miljoen euro werd overschreden. Maar dat is niet het echte probleem. Ze vrezen vooral dat het geld elders in de zorg moet worden bespaard - bijvoorbeeld op structuren - en dat zien ze niet zitten. Sorry, maar voor mij telt de patiënt. Minister van Sociale Zaken Maggie De Block (Open VLD) heeft beslist om wél terug te betalen, waarmee ze toont dat ze eerst aan de patiënt denkt.’
Het ruikt naar een machtsstrijd op de kap van de patiënt: wie vertegenwoordigt hen het best? Toch een beetje degoutant?
Ze zien ons dan wel als conservatieve oude knarren, we weten dat het beleid van De Block de goede richting uitgaat.
Moens: ‘Wij artsen doen gewoon onze job: we proberen patiënten zo goed mogelijk te helpen. Wat is de job van de ziekenfondsen? De ziektekosten terugbetalen. Maar doordat dat binnenkort allemaal digitaal gebeurt, hebben ze geen nut meer en moeten ze zich heruitvinden. Ze denken zich op te werpen als gezondheidsfondsen, die de patiënt als een soort coach op een zo goed mogelijke manier willen voorlichten. Hoe moet ik me dat voorstellen? Gaan ze zeggen dat je geen boter mag eten? Dat je moet stoppen met roken? Dat doet de huisarts vandaag al.’
‘Bovendien kunnen de ziekenfondsen de patiënt niet objectief informeren. In Mechelen, waar ik woon, ken ik nog maar één apotheek die niet in hun handen is. Ze zitten in een reeks raden van bestuur van ziekenhuizen. En ze zitten achter de meeste bandagisten, de verkooppunten van hulpmiddelen zoals rolstoelen of looprekjes. Naar waar gaan zij mensen verwijzen? Toch naar instellingen en verkooppunten waar ze zelf in zitten? Sorry, ik vind dat niet aanvaardbaar.’
De Vlaamse regering wil zorgverstrekkers in de eerste lijn, zoals huisartsen en psychologen, meer laten samenwerken. Er gaan stemmen op om de ziekenfondsen de coördinatie te geven…
Moens: (onderbreekt) ‘…Horreur! De huisarts moet toch het eerste aanspreekpunt zijn? Niet het ziekenfonds. Gaat Vlaanderen echt zo’n bureaucratie in stand houden? Nee toch? Ik vrees evenwel dat ze hun zin gaan krijgen, want de ziekenfondsen zijn nog altijd zeer verweven met de politiek - en dan kijk ik vooral naar de christelijke CM en de Socialistische Mutualiteiten. Ze hebben hun mannetje in de Kamer en één telefoontje volstaat dikwijls om iets politiek te regelen.’
Niet alleen in de eerste lijn moet meer worden samengewerkt, ook ziekenhuizen moeten dat doen in netwerken. Steunt u die hervorming?
Moens: ‘Ze is in elk geval rationeel. Iedereen is het erover eens dat het beschikbare budget efficiënter kan worden gebruikt. In een klein land als het onze is het niet normaal dat elk ziekenhuis alles moet hebben. Nu zijn er ziekenhuizen die op twaalf kilometer van elkaar liggen die dezelfde robot van een miljoen euro kopen om een bepaalde operatie uit te voeren, terwijl die robot drie halve dagen per week werkloos is omdat er onvoldoende patiënten zijn. Natuurlijk kan dat efficiënter door die zorg te concentreren in één ziekenhuis. Het zou bovendien tot een betere zorg moeten leiden, want artsen en ziekenhuizen zullen meer ervaring hebben bij de ingrepen die ze uitvoeren.’
Gaat u de hervorming mee uitvoeren?
De ziekenfondsen hebben hun mannetje in de Kamer en één telefoontje volstaat dikwijls om politiek iets te regelen.
Moens: ‘Ja, maar dat moet wel in overleg gebeuren. Als vier ziekenhuizen, met elk hun spoedafdeling en elk hun materniteit, in een netwerk samenwerken, zullen ze wellicht een of twee spoeddiensten en materniteiten sluiten. De gevolgen voor het ziekenhuispersoneel en voor de artsen daarvan zijn groot. Maar wij laten geen bloedbad toe. We zullen er tot in het extreme op letten dat mensen hun job kunnen behouden, of op zijn minst in hetzelfde netwerk aan de slag kunnen blijven. Daarvoor hebben we een belangrijke hefboom in handen, want De Block heeft in de wet vastgelegd dat de artsen mee moeten beslissen over alle belangrijke medische beslissingen in een ziekenhuis.’
Hoe heeft u De Block zo ver gekregen?
Moens: ‘Maggie is een verstandige vrouw. We hebben kunnen aantonen dat buitenlandse ziekenhuizen waar artsen in de raad van bestuur zitten een betere zorg afleveren. En omgekeerd: als artsen niet meebesturen, loopt het soms catastrofaal af omdat bepaalde beslissingen enkel worden ingegeven door een managementlogica.’
De Block krijgt zware kritiek voor haar hervormingen en besparingen. Hoe evalueert u haar beleid?
Moens: ‘Ze heeft beslissingen genomen die bij de artsen zeer slecht zijn gevallen. Zo heeft ze de derde-betalersregeling, waarbij patiënten enkel het remgeld moeten betalen en de arts later de rest van het Riziv krijgt, uitgebreid. Daar zijn wij tegen, want wij vinden dat artsen meteen moeten worden vergoed. Ook wil ze absoluut de informatisering van de gezondheidszorg doorzetten. Dat is logisch, maar veel van de programma’s voor bijvoorbeeld de automatisering van de terugbetaling werken nog onvoldoende goed. En dus zou ze beter wachten tot alles op punt staat. Maar om daarom te zeggen dat zij een slechte minister is? Nee, dat doe ik niet. Het zal mij misschien stemmen kosten, maar dat kan me niet schelen.’
Waarom neemt u het voor haar op?
Moens: ‘De Block heeft een hele reeks beslissingen genomen die tien jaar geleden al hadden moeten vallen, maar die geen enkele minister durfde te nemen, zoals de ziekenhuishervorming. Ze zien ons dan wel als conservatieve oude knarren, we weten dat het de richting is die we moeten uitgaan. Zij durft de beslissing uiteindelijk te nemen, ook als ze op verzet botst van de ziekenfondsen. Ze heeft haar op haar tanden. En daar heb ik respect voor.’
Wat zijn medische verkiezingen?
Om de vier jaar verkiezen de Belgische artsen hun vertegenwoordigers voor de overlegorganen in de gezondheidszorg. Bij die medische verkiezingen, die vandaag beginnen en lopen tot 26 juni, hebben 15.000 huisartsen en 26.000 specialisten stemrecht.
Bij de verkiezingen van 2014 kon BVAS met 55 procent van de stemmen haar positie als grootste artsenvakbond behouden, al verloor ze stemmen tegenover 2010. Het Kartel haalde 22 procent, Alliantie Artsenbelang Domus Medica 21 procent. BVAS scoort vooral goed bij de specialisten: liefst 80 procent stemt voor haar. De Alliantie Artsenbelang Domus Medica is de grootste bij de huisartsen.
De artsenvakbonden sturen hun vertegenwoordigers naar de Algemene Raad en het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (Riziv) en naar het Nationale Comité Geneesheren en Ziekenfondsen, de zogenaamde Medicomut. Die instellingen spelen een belangrijke rol in de zorgsector. Ze adviseren minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) bij haar beleid en hun fiat is nodig bij veel beslissingen die ze neemt.
Bron : https://www.tijd.be/politiek-economie/belgie-federaal/Het-ziekenfonds-heeft-geen-nut-meer/10019631?utm_campaign=MORNING_COMMENT&utm_medium=email&utm_source=SIM