Wat zei Kris Peeters in 2016 over boetes voor verzekeringsmaatschappijen die onterecht weigeren lets
Wie de aangehaalde artikels controleert, zal vaststellen dat zij in realiteit geen enkele bescherming bieden bij bedrogdossiers. Van de vermelde "controle organen" is er niet 1 die controles uitvoert. Het bewijs : het groeiend aantal bedrogdossiers dat ons bereikt en waarbij NIEMAND onderzoekt. Vergeet ook niet : niemand is bevoegd ...
Kabinet Peeters :
‘Ook al kent het Belgische rechtssysteem niet zoiets als de Bad Faith Act, toch werd de voorbije jaren veel vooruitgang geboekt. Onze regelgeving kent de verplichting om een overeenkomst te goeder trouw uit te voeren (art. 1134 BW), het verbod op onrechtmatige bedingen (art.VI.82 CDE), de regel van de meeste gunstige interpretatie van een beding in geval van twijfel over de betekenis ervan (art. 26 wet 4/4/2014 betreffende de verzekeringen)...
Op basis van de wetgeving op de buitengerechtelijke regeling van een consumentengeschil, werd de hoedanigheid van gekwalificeerde entiteit bevestigd voor de Ombudsdienst van de verzekeringen. De Ombudsman van de Verzekeringen komt tussen zowel op basis van wetten, reglementen en polisvoorwaarden als op basis van de gedragscode van de verzekeringsondernemingen en van de verzekeringstussenpersonen, en bij de uitoefening van zijn opdracht houdt hij steeds rekening met het principe van billijkheid. Zijn advies heeft een moreel gezag maar de Ombudsman kan geen sancties opleggen.
Daarnaast wordt de verzekeringssector gecontroleerd door de Nationale Bank van België (NBB) en de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). Assuralia, de NBB en de FSMA hebben gedragsregels opgesteld die gevolgd moeten worden door de spelers op de verzekeringsmarkt. De Europese MiFID-gedragsregels werden omgezet in de Belgische Wetgeving en in België wordt op de naleving ervan toegezien door de FSMA. De FSMA beschikt ook over verschillende actiemogelijkheden wanneer verzekeringsondernemingen hun boekje te buiten gaan, zoals het geven van waarschuwingen, nemen van administratieve maatregelen en het opleggen van administratieve sancties.
Voorts kunnen consumenten zich niet alleen richten tot de ombudsman en sectorale toezichtsorganen, zij kunnen uiteraard ook terecht bij de hoven en rechtbanken indien zij een dispuut hebben met hun verzekeraar en buitengerechtelijk niet tot een vergelijk gekomen kon worden.
Tot slot wil ik kort nog even verwijzen naar het grote codificatieproject dat momenteel lopende is; dit project beoogt het verhogen van de leesbaarheid van het verzekeringsrecht en de bescherming van de consumenten.
Zoals u ziet werken wij reeds jaren hard aan het ontwarren van het kluwen dat het verzekeringsrecht is en doen wij ons uiterste best in te zetten op consumentenbescherming.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, en blijf te uwer beschikking indien u verdere vragen heeft.’