top of page

Vzw Rondpunt promoot Indicatieve Tabellen 2016 van verzekeringen als "goede zaak voor slachtoff

We stellen ons meer en meer vragen bij de vzw Rondpunt.

Officieel luidt het, dat deze vzw ongevalsslachtoffers informeert om hun rechten te beschermen.

De vzw Rondpunt wordt gesubsidieerd door de overheid. Door de aandeelhouder van de verzekeringsmaatschappijen dus.

Op zich hoeft dit uiteraard geen beletsel te zijn voor een neutrale houding.

Maar als wij lezen hoe in de praktijk de vzw Rondpunt nu de Indicatieve Tabellen als een "goede zaak voor de slachtoffers" omschrijft, kunnen wij enkel besluiten dat zij misleidende informatie de wereld instuurt. Dat gebeurt niet "zomaar", maar BEWUST.

De Indicatieve Tabellen zijn een VERZEKERINGSINSTRUMENT die maar 1 doel hebben : schadevergoedingen tot een minimum beperken. De tabel is ook strijdig met art. 1382 BW, dat bepaalt dat iedere schade INTEGRAAL vergoed moet worden.

Het spreekt voor zich dat hiervan geen sprake is, als men met belachelijk lage "forfaits" wil gaan werken die zeer veraf staan van de werkelijke geleden schade.

Een voorbeeld ter illustratie uit het boek Evaluatie en Vergoeding van Lichamelijke Schade, van Dr Jan Matthys. Dr Jan Matthys is 1 van de weinige gerechtsdeskundigen in ons land, die enkel optreedt voor rechtbanken en niet werkt voor verzekeringsmaatschappijen. (niet te verwarren met Raymond die wél voor de verzekeringen werkt !)

We raden ieder slachtoffer trouwens aan om dit boek te kopen : het geeft een objectief beeld van wat medische expertises behoren te zijn.

15.1 Enorm verschil in vergoeding

Men kan het enorme verschil in de vergoeding tussen een bedrag per punt en een kapitalisatie nog het best weergeven via een cijfervoorbeeld.

Veronderstellen we een alleenstaande vrouw van 24 jaar met een persoonlijke, huishoudelijke en professionele ongeschiktheid van 15% en een netto-jaarinkomen van 20.000 €.

Bij een ex aequo et bono vergoeding volgens de Indicatieve Tabel 2012 geeft dit 15% x 3.195 = 47.925€.

Als men de vergoeding berekend volgens de kapitaisatiemethode en kapitaliseert aan bijvoorbeeld 3%, geeft dit een schadevergoeding van:

  • persoonlijke ongeschiktheid: 25 € x 365 x 15% x 27,721 = 37.943 €

  • huishoudelijke ongeschiktheid: 20 € x 365 x 15% x 27,721 = 30.354 €

  • professionele ongeschiktheid: 20.000 € x 15% x 23,138 = 69.414 €

  • TOTAAL 137.711 €

Als men kapitaliseert aan bijvoorbeeld 1%, geeft dit een schadevergoeding van:

  • persoonlijke ongeschiktheid: 25 € x 365 x 15% x 46,027 = 62.999 €

  • huishoudelijke ongeschiktheid: 20 € x 365 x 15% x 46,027 = 50.399 €

  • professionele ongeschiktheid: 20.000 € x 15% x 33,003 = 99.099 €

  • TOTAAL 212.497 €

De conclusie is duidelijk, dit zijn enorme verschillen. Dit voorbeeld toont ook aan dat hoe lager het kapitalisatie percentage is, hoe hoger de vergoeding is. Meer dan eens vergist men zich daar wel eens bij, omdat men er onterecht van uitgaat dat een hoger percentage hogere bedragen oplevert, maar het omgekeerde is waar!

Ziehier nog een ander voorbeeld waaruit blijkt dat door toepassing van de kapitalisatiemethode er een hoger bedrag wordt toegekend dan door de forfaitaire methode: een man van 30 jaar met een persoonlijke ongeschiktheid van 25% krijgt met de forfaitaire methode een bedrag van € 24.375 terwijl dit € 90.109 bedraagt met de kapitalisatiemethode.

Hieronder geven we enkele spreekende voorbeelden uit de rechtspraak:

Volgens de kapitalisatiemethode

  • Aan een 54-jarige man met een persoonlijke ongeschiktheid van 30 % in totaal een bedrag van € 56.447 toegekend[1].

  • Een 52-jarige vrouw met 60% invaliditeit ontving € 173.711[2].

  • Een 36-jarige vrouw met 70% invaliditeit zelfs € 212.784[3].

Via de forfaitaire begrotingsmethode worden beduidend lagere vergoedingen toegekend.

  • Een 56-jarige dame met een persoonlijke ongeschiktheid van 20% kreeg € 15.000 toegekend[4].

  • Voor een blijvende invaliditeit van 50% kreeg een 38-jarige vrouw een som van € 45.000[5].

  • Een man van 30 jaar met een invaliditeit van 85% kreeg € 80.750[6].

[1] Luik 3 december 2012, T. Verz. 2013, 487.

[2] Pol. Nijvel 27 augustus 2012, VAV 2013, 26.

[3] Pol. Dinant 25 juni 2012, VAV 2013, afl. 4, 28.

[4] Pol. Namen 29 juni 2012, EPC 2013, III.3.Namur, 153.

[5] Pol. Antwerpen 21 mei 2012, onuitgeg. aangehaald door M. Sommerijns, Lichamelijke schade - Repertorium rechtspraak 2010-2012, Brussel, Larcier, 2013, 243-244.

[6] Corr. Hoei 5 maart 2010, EPC 2011, III.3.Huy, 89.

Hoe de vzw Rondpunt kan verkondigen dat deze "forfaitaire vergoedingen" een goede zaak zijn voor ongevalsslachtoffers, laat veel vragen rijzen.

Als de vzw Rondpunt écht de belangen van ongevalsslachtoffers voorop zou stellen, dan zou zij juist alles in het werk stellen om deze forfaitaire vergoedingen (voorgesteld door verzekeringsmaatschappijen) definitief te laten verdwijnen uit de rechtbanken omdat zij juist de belangen van de ongevalsslachtoffers schaden.

De vzw Rondpunt zou er juist alles aan doen om de kapitalisatiemethode als enige toepasselijke berekeningswijze in te voeren in de rechtbanken.

Zelfs die methode dekt nooit de reële schade die slachtoffers lijden.

Het is als overheid natuurlijk bijzonder handig om vragen van burgers de kiem in te smoren, door een "onafhankelijke" vzw in te schakelen om burgers wijs te maken dat verzekeringscorruptie en veel te lage vergoedingen "een goede zaak" voor hen zijn.

Ook laat een dergelijke vzw de overheid toe om na te gaan welke klachten er zijn, tegen wie die klachten gericht zijn, en kan de overheid blijven ongevalsslachtoffers in het ongewisse laten door keer op keer te stellen dat "de rechtbank wel onpartijdig zal oordelen".

Het "onpartijdig oordeel van de rechtbanken" blijkt maar al te zeer uit de Panoramadossiers en de dossiers die op deze site vermeld staan. Geen enkel slachtoffer bekwam een correcte vergoeding voor zijn of haar schade. Het bedrog gaat onverminderd voort.

Ter info het standpunt van vzw Rondpunt :

https://rondpunt.be/nieuws/nieuws/een-verkeersongeval-jouw-schade-wordt-vanaf-nu-anders-berekend/ Een verkeersongeval? Jouw schade wordt vanaf nu anders berekend! 16.06.2017 Als verkeersslachtoffer, naaste of nabestaande ken je vast en zeker de Indicatieve Tabel die verzekeringsmaatschappijen en politierechters gebruiken om een schatting te maken van de schade die je opliep na een verkeersongeval. Doet dit bij jou geen belletje rinkelen? Dan lees je best eerst deze informatie alvorens hier verder te lezen. In 2016 onderging de Indicatieve Tabel een aantal belangrijke wijzigingen waardoor je nu ook als slachtoffer inzicht krijgt in de Tabel. Een aantal schadeposten worden vereenvoudigd en vanaf nu wordt aan medische experten expliciet gevraagd om hun beslissingen goed te motiveren. Transparantie troef dus. Daarnaast is de belangrijkste aanpassing het wegvallen van de scheidingslijn van 6% bij het bepalen van de vergoeding bij blijvende ongeschiktheid. Wil je op de hoogte zijn van alle belangrijkste wijzigingen? Lees dan zeker verder want we zetten ze hieronder voor jou op een rijtje! Schade aan personen Wanneer je gewond raakte in een verkeersongeval kan je zoals steeds een vergoeding krijgen voor schade die je opliep binnen drie levenssferen, namelijk: Persoonlijke ongeschiktheid waarbij men rekening houdt met gevolgen in het dagdagelijkse leven. Huishoudelijke ongeschiktheid waarbij men kijkt in welke mate je niet langer je huishoudelijke taken kan vervullen. Economische ongeschiktheid waarbij men kijkt hoe je positie op arbeidsvlak eventueel aangetast werd. In elke levenssfeer zijn er zaken gewijzigd maar vooral bij het bepalen van je persoonlijke ongeschiktheid. Hier is het percentage vanaf nu voor iedereen gelijk inclusief bij de bijzondere schade. Bij schade aan personen maken we een onderscheid tussen tijdelijke schade en blijvende schade. Men zal eerst jouw tijdelijke schade bepalen en deze in rekening brengen. Pas wanneer een dokter officieel vaststelt dat jouw letsels niet meer verbeteren dan zal men jouw blijvende ongeschiktheid bepalen. TIJDELIJKE SCHADE Liep je tijdelijke schade op na een verkeersongeval? Dan krijg je vanaf nu een hoger bedrag per dag voor zowel persoonlijke ongeschiktheid en pijn, huishoudelijke ongeschiktheid en economische ongeschiktheid. Onderstaande tabellen moeten verduidelijken welke wijzigingen er doorgevoerd werden ten opzichte van 2012. In 2012 werd de schadepost ‘verlies van een schooljaar’ in rekening gebracht. Ook onder deze post zijn de bedragen toegenomen. Onderstaande tabel moet dit verduidelijken voor de materiële schade. Je kan aflezen welke eenmalige vergoeding je kan krijgen voor een schooljaar dat je niet kan beëindigen maar waar je wel al inschrijvingsgeld voor betaalde of studiegerief voor had aangekocht. Binnen deze schadepost ‘verlies van een schooljaar’ zal men ook rekening houden met de morele schade die je opliep. Hier zijn echter geen wijzigingen op te merken. De vergoeding blijft net zoals in 2012 op €3 750 en dit voor alle onderwijstypes. Als je betrokken raakt in een verkeersongeval wanneer je nog aan het studeren bent, zal men vanaf nu ook rekening houden met de schade die ontstaan is tijdens je studies. Wanneer je je studies terug aanvat kan een rechter oordelen dat je verhoogde inspanningen moet leveren om deze studies te kunnen voltooien. Hij zal dan een vergoeding toekennen omwille van die verhoogde inspanning per gepresteerde dag. Je krijgt geen vergoeding voor prestaties tijdens weekends en vakantie. BLIJVENDE SCHADE Wanneer de tijdelijke schade die je na een verkeersongeval opliep, blijvend blijkt te zijn zal de medische expert deze blijvende schade proberen inschatten. Bij het bepalen van de vergoeding voor deze schade zal men proberen in te schatten hoe jouw leven verschilt na het verkeersongeval ten opzichte van voor het ongeval. Dit kan resulteren in een forfaitaire vergoeding, een kapitaal of een rente. Bespreek goed met je advocaat of financieel raadgever welke vergoeding het beste past bij jouw persoonlijke situatie. De Indicatieve Tabel wordt dan gebruikt om een correcte begroting van jouw geleden schade te maken. In 2012 maakte men een onderscheid tussen een boven –en ondergrens van 6% blijvende ongeschiktheid. Dit betekende dat wanneer de deskundige jou minder dan 6% blijvende ongeschiktheid toekende, jouw vergoeding bijna voor de helft lager lag dan wanneer je bijvoorbeeld voor 7% ongeschikt werd verklaard. Dit leverde veel wanpraktijken op bij het vaststellen van je medische toestand. Vanaf nu valt het onderscheidende percentage van 6% weg en zijn de vergoedingen voor iedereen gelijk. Je leeftijd en de graad van jouw blijvende ongeschiktheid zal bepalen welke vergoeding je ontvangt. De deskundige zal dus een percentage blijvende ongeschiktheid bepalen en naargelang jouw leeftijd een forfait bepalen volgens de Indicatieve Tabel 2016. Het maakt de berekening een pak eenvoudiger en transparanter. De graad van blijvende ongeschiktheid wordt vermenigvuldigd met het vaste bedrag dat per leeftijd bepaald wordt. Hieronder kan je een voorbeeld terugvinden van hoe de vergoeding vanaf maart 2017 berekend zal worden. Stel je bent een slachtoffer van 20 jaar oud en de deskundige bepaalt jouw percentage ongeschiktheid in de volgende categorieën als volgt: Persoonlijke ongeschiktheid: 15% Huishoudelijke ongeschiktheid: 10% Economische ongeschiktheid: 6% Aandeel in het huishouden: 35% De eenmalige vergoeding voor deze geleden schade wordt vanaf nu zo berekend*: Persoonlijke ongeschiktheid: 15 x 1 140 euro = 17 100 euro Huishoudelijke ongeschiktheid: 10 x 1 140 euro x 35% = 3 990 euro Economische ongeschiktheid: 6 x 1 140 euro = 6 840 euro * Zie Indicatieve Tabel 2016 voor de correcte bedragen Schade bij nabestaanden Als een naaste overlijdt in een verkeersongeval lijd je als nabestaande onder de morele gevolgen hiervan. Hiervoor kan je een morele schadevergoeding ontvangen van 15 000 euro. Dit is meer dan de 12 500 euro die je kreeg in 2012. De rol van de deskundige Zoals in de inleiding aangegeven, wordt de rol van de deskundige in de Indicatieve Tabel 2016 ruimer omschreven zodat zijn beslissingen gemotiveerd moeten worden op maat van het slachtoffer. De deskundige is vanaf nu verplicht om in zijn deskundigeverslag de percentages te beoordelen en in het geval van bijzondere schade zijn beslissingen ook te motiveren. Dit is een belangrijke aanpassing ten opzichte van 2012 omdat de schadebepaling vanaf nu transparanter kan verlopen. · De taak van de deskundige is precies en volledig omschreven in duidelijke taal. Het percentage moet vanaf nu gelijk zijn voor iedereen per leeftijdscategorie en is dus aanpasbaar aan specifieke situaties. De deskundige moet toelichten waarom een bepaald percentage verkregen werd. De gebruikte parameters moeten steeds toegelicht worden. Het verslag moet een vaste structuur hebben: omschrijving vooraf bestaande toestand herstel/hulpmiddelen percentage (en de verduidelijking ervan) Bovenstaande (en andere) wijzigingen zijn van kracht op alle vonnissen die nog bepleit moeten worden na maart 2017.

Featured Posts
Recent Posts
bottom of page