top of page

18 jaar geleden bij Fabricom vergiftigd door kobalt, doodziek, ontslagen, bijna gestorven, ABVV stuu

5 maanden kostte het hem, om zijn verhaal uit te schrijven.

Een schrijnend voorbeeld van de "ernst" en "bekommernis voor het welzijn van de mensen" die de diensten van Maggie De Block al decennia lang aan de dag leggen.

Een typisch voorbeeld van hoe "gerechtsdeskundigen" internationaal bewezen feiten en wetenschap aan de kant schuiven, om toch maar geen invaliditeit ingevolge beroepsziekte te hoeven vergoeden.

De Arbeidsrechtbank spreekt zich volgende week uit over dit dossier.

Een Erkenning dat Verdampt wordt, door Gerechtsdeskundigen,

Geachte lezer,

Een 18-jarig lange lijdensweg door een doolhof zonder einde, maar met vele wrange gevoelens…

In de zomer van 1999, namelijk in oktober werd er van mij een bloedanalyse gedaan, dit omdat ik mij niet goed voelde sinds enige maanden en er maar géén verbetering in kwam.

Na een onderzoek bij mijn huisarts, werd er besloten om een bloed analyse te doen, en dit voor zware metalen, (vooral kobalt, lood en koper) gezien ik al een tijdje op die plaatsen tewerkgesteld was, en ik bepaalde aanwijzingen vertoonde, zoals zware loomheid, vermoeid, misselijkheid, enz…

Ik werd opgebeld door het labo dat deze analyse deed,met het verzoek om dringend naar mijn huisarts te gaan ivm de zeer hoge waarden van kobalt in mijn bloed,namelijk 18-maal de max. waarde. In die tijd was ik toen tewerkgesteld in Olen op een afdeling waar kobalt verwerkt wordt en alwaar er een incident gebeurde, bij het vervangen van onderdelen van een installatie met pompen.

Tijdens deze werken is er aardig wat vloeistof over mij gegaan, en heb ik er een deel van ingeslikt. Met als gevolg dat ik op mijn armen en gezicht rode vlekken tevoorschijn kwamen, en dus naar de infirmerie ben gegaan van het bedrijf, alwaar ik zalf kreeg voor de verbrande huid, dit in te smeren gedurende een tweetal weken.

Heb toen mijn firma ingelicht over deze bloedanalyse wat betreft de hoge kobaltwaarde ervan, maar zij lachten deze weg en het was allemaal niet zo erg, het zou wel over gaan.

Het is toen dat de miserie begon, en voelde ik aan dat ik weggepest werd op alle manieren om zelf mijn ontslag te geven, zodat ze van mij vanaf zouden zijn in geval er iets ernstigs met mij zou gebeuren ivm die kobalt, en dat zegden ze mij ook vlakaf.

Nu ja, ik liet maar begaan en, werd er later in januari 2000 ontslagen,met de reden dat ik medisch niet meer voldeed. Met mijn ontslagbrief en mijn attest van het bloedonderzoek stapte ik naar de socialistische vakbond ABVV, waar ik al sinds begin jaren zeventig was aangesloten.

Nu ja, daar kreeg ik te horen van dhr Van der Vloed Willy (secretaris van het ABVV) dat hij mijn ontslag niet wenste aan te vechten en stuurde mij wandelen.

Drie maanden later, in de nacht van 18/04/2000 werd ik plots wakker, voelde mij toen niet goed en mijn hart ging nogal heftig tekeer, en omdat dit maar bleef duren, besloot ik toen kort na de middag, mijn huisarts te laten komen, ik dacht toen dat ik aan het sterven was.

Mijn opgeroepen huisarts heeft mij onderzocht en dadelijk de kliniek (St.Vincentius)op de hoogte gebracht om er alles in gereedheid te brengen op de dienst van de spoed, en dat hij er binnen enkele minuten zou aankomen met mij.

Dit om géén tijd te verliezen, gezien de ernstige toestand.

Heb daar een zestal weken verbleven,enkele dagen op intensive-care, vele onderzoeken ondergaan, een biopsie van mijn hart (in een ander ziekenhuis UZA )waarbij drie stukjes hartweefsel werden verwijderd en dit de kobaltintoxicatie aantoonde, neutralisatie van kobalt enz…

Alvorens men begon met de neutralisatie van kobalt in mijn lichaam,is men mij komen vragen, of ik dit wenste te betalen, dit omdat het RIZIV dit serum niet terug betaalde en dus ikzelf deze nota moest ophoesten, er waren 30 seruminspuitingen (B.A.L.) van 50 € per flacon, dus als ik niet kon betalen, sterf dan maar! (tot op heden, géén cent terugbetaald door het F.B.Z. niets van mijn hospitalisaties (3), niets voor mijn medicaties, niets voor de onderzoeken, niks nada.)

De cardioloog en de longarts brachten de nodige documenten in orde voor een aanvraag van beroepsziekten.

Men legde mij uit dat ik dit moest doen, omdat volgens hen ik er recht op had, en dat ik voor de rest van mijn leven medicatie zal moeten innemen voor hart en longen, met zesmaandelijkse opvolging en controle ervan.

Zo begon de papiermolen van de bureaucratie te draaien, aldoor een labyrint zonder horizoneinde.

Na mijn ziekenhuisopname ben ik terug naar de vakbond gegaan, waar ik hen vertelde wat er mij overkomen was, en ik dus mijn ontslag van mijn werk wenste aan te vechten. Dit omdat ik van oordeel ben dat het een verband hield met de kobalt intoxicatie,dit bewees ook de biopsie van mijn hart tijdens mijn opname.

Dezelfde vakbondssecretaris liet mij duidelijk verstaan als volgt: ”Wij gaan uw ontslag van uw werk niet verdedigen, u denkt toch niet dat wij honderdduizend frank advocaat kosten gaan uitgeven voor uw ontslag! Maar we willen wel het andere in orde brengen, een regeling met het F.B.Z.”

Daarop herhaalde ik dat het één verband hield met het andere, dat ik niet akkoord ging, dat dit smerig was, en dat de vakbond alléén arbeiders van grote fabrieken steunden. Dat ik blij was,dat ik het nog kon navertellen, ik was zo kwaad dat ik mijn vakbondsboekje in twee scheurde en het op zijn bureau gooide,met de woorden “Ge moet mij niet meer helpen,ik zal mijn plan wel trekken, alléén.”

Twee jaren later krijg ik een verzoek van het F.B.Z. om mij bij hen, medisch te laten onderzoeken.

Daar de dag van het onderzoek, loopt het ook al mis, er wordt mij gevraagd of ik akkoord ga met een bepaalde test met een soort gas, waarin ik in toestem. Mijn longen reageerden er niet goed op en ik heb er toen enige uren langer moeten blijven tot ik weer herstelde.

Men liet me toen verstaan dat ik mogelijks opnieuw opgenomen zou moeten worden. Uiteindelijk liep het goed af en kon ik huiswaarts.

Een jaar later, in 2003 krijg ik het bericht van het F.B.Z. dat mijn ziekte erkend wordt als zijnde beroepsziekte wegens kobalt. En men stelde mij 5% voor van mijn loon tot mijn dood, als schadevergoeding en definitieve verwijdering van het milieu van kobalt.

Gezien ik er niet mee akkoord ging,nam ik een advocaat onder de arm en stapte ik naar de Arbeidsrechtbank van Antwerpen. Mijn motivering is, dat ik voor de rest van mijn leven medicatie moet innemen, met zesmaandelijkse controle voor hart en longen en dat mijn gezondheidstoestand er op achteruit is gegaan, na al wat mijn lichaam had moeten doorstaan en overleven, dat er door bloed analyse en biopsie van hartdeeltjes er bewijs is en aanvaard door het F.B.Z. Ik deed aan sport en dat kon niet meer, zoals lopen, zwemmen, voetballen, bergwandelingen, fietsen enz…

Er wordt een deskundige vastgesteld om een expertise onderzoek te starten voor wat betreft de opgelopen schade vast te stellen, van longen en hart.

In 2004 krijg ik bericht om mij bij de aangestelde gerechtsarts Mathys R. aan te melden. Al daar is ook de dr. van het F.B.Z. die mij als eerste aanspreekt met “Dat het F.B.Z. spijt heeft van mijn beroepsziekte te erkennen.”

Waarop ik toen antwoordde:“Denken jullie misschien dat ik kobalt heb in de keukenkast tussen de choco- en confituurpotten?”Dit omdat het hem niet zinde dat ik beroep had aangetekend op hun voorstel van 5% waarmee ik niet akkoord kon meegaan.

Enkele maanden later word ik onderzocht in een ziekenhuis in Brussel, bij een cardioloog. Deze medische expertise duurde amper een 15-tal minuten, als volgt: mijn verhaal vertellen over wat er gebeurt was, dan een cardiogram van mijn hart en dat was het.

Het volgende onderzoek was van mijn longen in het ziekenhuis Middelheim in Antwerpen.

Alsook deze expertise was een snelle ervaring, en ik had de indruk dat deze longarts er tegen

zijn zin bezig was, de manier waar hij mij aansprak, ongelooflijk. Om dan nog maar te zwijgen over de opgestelde conclusie door deze longarts, enkele lijntjes op een A4-tje.

De conclusie van deze expertise was dat er geen restletsels meer zijn, en dat ik 100% zou

hersteld zijn, waarbij ik mij dan de vraag stel, waarom moet ik dan medicatie innemen voor de rest van mijn leven, en dit voor mijn hart en longen, met zesmaandelijkse opvolging

en controle ervan? Ik was wel gezond en fit vóór al die ellende begon, speelde sinds 1989 in het voetbalteam van de firma waar ik werkte.

Alsook deed ik aan zwemmen, lopen, bergwandelingen, fietsen en fitness sporten enz…,en

dat allemaal kon niet meer.

Deze medische onderzoeken gebeuren op verzoek van de Arbeidsrechtbank, en moeten niet door mij vergoed worden.

En toch was het zeer merkwaardig dat ik zelfs een deurwaarder aan mijn deur heb gehad om deze nota-expertise van de longarts te betalen.

Die rekening, heb ik na mijn telefoontje met de deurwaarder dan ook niet betaald.

In Maart 2006 verbleef ik in Mexico waar ik opnieuw dezelfde symptomen kreeg als in 2000.

Een dringende opname was nodig, ik voelde heftige trillingen van mijn hart en legde uit aan de dokters wat ik doorstaan had in 2000 ivm de kobaltintoxicatie.

Er begon snel een onderzoek van mijn hart door een hartspecialist die nadien mij kwam uitleggen wat er aan de hand was met mijn hart, en dat er elektroshocks nodig waren om mijn hartritme te stabiliseren. Maar voordat alles zou starten, liet hij mij weten, dat ik eerst tweeduizend dollar voorschot moest betalen. Dit heb ik dan direct betaald en men startte meteen de behandeling.(deze nota is ook nog niet vergoed door het F.B.Z.) Na enkele dagen opname mocht ik het ziekenhuis verlaten.

Terug in België heb ik direct contact opgenomen met de cardioloog die mij hier behandeld en periodiek opvolgde. Er werd een volledig onderzoek gedaan van mijn hart en longen. De medicatie werd aangepast met verdere opvolging en controle.

Ik stelde de vraag aan de cardioloog of dit mij nog eens zou overkomen, na twee keer dit te moeten meemaken, en hij zei mij dat hij het niet wist. Tevens vroeg ik om een verslag met conclusie op te maken, dit om bij mijn medisch dossier te voegen en daarop kreeg ik als antwoord: “Collega’s worden niet graag tegengesproken.” Toch raar antwoord voor een dokter die bij begin van zijn studies een eed moet afleggen en dit als antwoord geeft aan een patient. Dit verwijzend naar de expertise van de gerechtsarts Mathys R. waarin vermeld wordt, dat ik geen restletsels meer zou hebben, voor wat betreft mijn hart, maar wat nu toch het tegendeel aantoont.

Op 11/06/2013 werd ik opnieuw opgenomen met hartproblemen (derde maal) .

Heb dit alles overgemaakt aan mijn raadsman met het verzoek om een conclusie op te maken en terug naar de Arbeidsrechtbank te gaan, zodat deze een beslissing zou nemen in dit dossier.

Gezien ik na meerdere verzoeken en aandringen bij mijn raadsman, betreffende de slakkengang van mijn dossier, en er na lange tijd maar geen schot in kwam, besloot ik dan om een andere raadsman te zoeken.

Na inzage en bestudering van mijn dossier door mijn nieuwe raadsman, kwam er al snel vooruitgang . Er werd een verzoek ingediend om een college van deskundigen samen te stellen, wat dan ook gebeurde en veel tijd in beslag nam door allerlei toevalligheden zoals:

een aangestelde deskundige die forfait gaf omdat hij in pensioen was, een andere aangestelde

deskundige omdat hij diensthoofd geworden is van de afdeling pneumologie, een deskundige

die niet aanvaardt werd door andere leden van het college enz…

Zodat na anderhalf jaar later, op 12 juni 2015 de zitting van het college eindelijk kon starten.

Het openingsgesprek van de expertise op 12.06.2015 begon als volgt met de zin :

“We gaan deze keer zeker ons best doen, zodat ze weer niet zullen kunnen zeggen, dat we ons huiswerk niet goed gedaan hebben, zoals bij de expertise van Mathys”

Daar had ik eerlijk gezegd op dat moment geen goed gevoel bij, gezien er voor die uitspraak

bij mij een vermoeden van schijn van partijdigheid rees. Maar ik gaf er de voorkeur aan, om het college hun werk in alle eerlijkheid te laten doen, en nu moet vaststellen dat dit niet zo is.

De schijn van partijdigheid is met dergelijke uitspraken gewekt.

Een andere vaststelling tijdens dit gesprek was: dat ik mij nog zéér goed herinner bij het begin tijdens de ronddeling van het programmaverloop over het onderzoek, dat er een gesprek gaande was tussen dr.Kennes P.( aangestelde expert gerechtsarts ) en dr.Ryndziewicz R.(dokter van F.B.Z.) en dat dit gesprek ging over het medische document van 17.12.1999, waarop dr. Kennes P. op zeker ogenblik antwoordde: “Ja, maar daar doe je niets mee, doe er dan iets mee, het staat er zwart op wit, doe er dan ook iets mee” en dit verwijzend naar dat medische verslag van dr.Houben daterend van 17.12.1999, nu later bij het lezen van het eindverslag van de experten is het mij ook duidelijk geworden waarover het exact ging toen.

Namelijk het volgende:

“Door verwerende partij wordt een kopie ingebracht van 17.12.1999 van dr.Houben die noteert”chronische bronchitis” in de antecedenten. In een vorig medisch verslag van 25.05.97

ook van dr.Houben wordt daarvan niets vermeld in de antecedenten, toch raar.”

Daarbij stel ik mij de vraag hoe dr.Ryndziewicz R. en medisch raadsman van het FBZ in het bezit is gekomen van dit medische document? Daar ik hem nooit dit bezorgd heb en alsook waarom hij ermee boven komt nu bij deze expertise en niet bij de vorige bij dr.Mathijs R.

Graag voeg ik er nog aan toe dat het bewuste medische verslag alleen in mijn bezit was, en ik dit ook mee aangetekend verzonden heb, in een pakket van 112 bladzijden medische copys op verzoek van de brief van dr.Kennes P.van 16.01.2014 waarin hij mij laat weten om alle medische verslagen van mij aan hem te bezorgen, en waaraan ik meen aan voldaan te hebben.

Verder in hun eindverslag worden nog meerdere fouten en onwaarheden vermeld zoals:

-Op blz15 bij leefgewoonten staat vermeld: Tabak : nooit. Dat moet zijn: Ja, ik heb gerookt,

weliswaar niet veel,maar toch.

-Huidige medicatie is momenteel: Emconcor 5mg 1tablet per dag

Relvar 99/22 1 x daags

Op blz18 staan er medicaties verkeerdelijk vermeld die niet van toepassing zijn.

-Huidige huisarts is momenteel sportarts dr.Michielsen Guido en niet dr. Bertels W.zoals vermeld, hij was wel 40jaar mijn huisarts. Hij is sinds enkele jaren in pensioen

Op blz18 staat er dr.Bertels .

-Huidige cardioloog is dr.Dielen die mij zesmaandelijks opvolgt.

Op blz18 staat er dr.Kersschot,

-Bij familiale antecedenten op blz14 staat er vermeld dat ik op 1juli 2007 gehuwd ben, moet

zijn op 1september 2007

-Op blz 17 staat er dat de hartproblemen begonnen op 22 april 2000 en dat ik opgenomen

werd op 18 april 2000.

Ik werd opgenomen op 18 april met hartproblemen, het is dr.Bertels W. zelf die mij op de

spoed heeft gebracht met zijn eigen wagen,om geen tijd te verliezen.

-Op 3 mei werd ik vervoerd naar UZA voor drie dagen om een biopsie van het hart te laten

uitvoeren op verzoek van dr.Moens cardioloog en uitgevoerd door het team van Cons.

Prof.dr.E. Van Marck aldaar.

-Op blz17 wordt er vermeld dat ik reeds voor het acute cobalt incident in behandeling zou

geweest zijn wegens een broncho-obstructie bij dr.Monsieur.

Hierop ontken ik dat formeel, daar ik dr.Monsieur voor de eerste maal heb ontmoet tijdens

mijn opname van 18.04.2000 in het St.Vincentius kliniek en nooit ervoor, voordien voelde

ik mij gezond en deed ik aan verschillende sporten en uithoudingssporten.

De problemen zijn wel degelijk begonnen met mijn gezondheid, in de periode van de vast- stelling van de véél te hoge kobalt in mijn bloed, zomermaanden van 1999.

-Op blz17 staat vermeld dat op bevindingen van dr.Moens een aanvraag werd gedaan bij

het FBZ.

Daar wens ik aan toe te voegen dat dr.Monsieur de nodige documenten voor die aanvraag

heeft opgesteld en ingevuld en getekend door haar op datum 06.06.2000 te St.Vincentius.

-Verder wens ik dat de expertise van dr.Prof.B.Nemery de Bellevaux die plaats vond op

12.06.2012 te UZ-Leuven ook vermeld zou worden in het verslag. Hij is een Prof. met

wereldfaam op gebied van kobalt. Toch raar dat er in het eindverslag van het college géén enkel woord over gesproken of verduidelijkt wordt.

Daar op aansluitend weet ik mij nog goed te herinneren, dat dr.Kennes P. tijdens het onder-

zoek bij hem op 12.06.2015 ,toen ik dit aanhaalde van de expertise van dr.Prof.Nemery.hij

aanstonds van onderwerp veranderde en mij zei van”daar hebben wij het nu niet over

Voor mij had dit het gevoel dat ik er niet moest over beginnen.

Nochtans in de conclusie van dr.Prof.B.Nemery de Bellevaux, een persoon met wereldfaam op gebied van Kobalt, wordt een kobaltcardiomyopathie weerhouden alsook dyspnoe en astma door langdurige blootstelling aan allerhande gevaarlijke stoffen bij Fabricom.

Wat zeer onduidelijk is voor mij, is dat men mijn medisch dossier niet kan terug vinden van

het medisch onderzoek van op mijn werk door IDEWE. Daarmee kan ik aantonen dat mijn gezondheid in die periode wél in orde was, gezien dit onderzoek in 1998 doorging op het bedrijf Plasti-Construct (Fabricom) in Zelzate.

Toen ik aan een deskundige van het college de vraag stelde,”Waarom het F.B.Z. mij 5% voorstelde?” Het antwoord was kort en vaag zonder meer uitleg:”Men heeft u dat verkeerd uitgelegd.”

Er wordt mijn longarts en tevens mijn medische raadsman dr.Bal verweten, al zou hij losse gedachten en vragen formuleren in zijn conclusies. Ja, wat die experten allemaal maar durven

zeggen en neerpennen, en dit zonder schroom of schaamte. Hun provisie voor hun werk is zo maar eventjes 10.000 € kostennota, om zeg maar hetzelfde te concluderen als de vorige expertise, die van dr.Mathijs. En ook nog om alles door elkaar te halen, van experten zou men toch beter moeten verwachtten.(Tot op heden is er mij nog géén cent terugbetaald wat betreft mijn medicatie en opname kosten, zijnde mijn persoonlijk deel van deze medische kosten. Nochtans is er een beslissing van 22 september 2003 dat bevestigd dat deze zouden vergoed worden. Ja men heeft vergeten het jaar te vermelden van vergoeding.)

Zie hieronder:

“Op 22 september 2003 betekende het Fonds een beslissing aan concluant

waarin de aanvraag gegrond werd verklaard, en waarin het Fonds besliste

een recht op terugbetaling toe te kennen voor de kosten voor geneeskundige

verzorging voor de periode van 9 februari 2000 tot 8 juni 2000. “

Deze experten beslisten hun conclusie over mij, zonder aanwezigheid van mijn medische raadsman, hij mocht daar niet bij horen. Dit is toch zéér merkwaardig.

Dus volgens de conclusie van deze experten, heb ik geen restletslels meer, en ben ik zogezegd genezen, waarbij ik mij dan de vraag stel: “Waarom ik dan voor de rest van mijn leven verder medicatie moet innemen voor hart en longen, en ik ook zesmaandelijks moet opgevolgd worden?” Toch niet om de medicatie industrie te voeden.

En dan nog een opvallend gegeven is, dat de experten de intoxicatie van kobalt erkennen, maar NIET de gevolgen op termijn ervan.

Mijn raadsman noteert volgende samenvatting:

11. Het college van deskundigen besluit in haar deskundig verslag van 14

oktober 2016 dat de erkende beroepsziekte, met name de cardiale intoxicatie

door kobalt, geen blijvende letsels heeft achtergelaten.

Concluant ondervindt echter tot op vandaag nog steeds ernstige cardiale en

respiratoire problemen ten gevolge van de kobaltintoxicatie.

In april 2006 heeft concluant tijdens een verblijf in Mexico een recidief gehad

van voorkamerfibrillatie. Dit valt uiteraard niet te rijmen met het besluit van

het college van deskundigen dat er geen restletsels kunnen weerhouden

worden.

12. In dit verband moet ook worden opgemerkt dat beide onderzoeken die

in het kader van de expertise van Dr. Mathys plaatsvonden, dateren van vóór

het recidief te Mexico. Na dit voorval gebeurden ook in het kader van de

expertise van het college van deskundigen, naast een oppervlakkig klinisch

onderzoek, geen bijkomende onderzoeken (p. 21 definitief deskundig verslag).

13. De behandelende artsen van concluant weerhouden wel degelijk

restletsels ten gevolge van de kobaltintoxicatie.

Dr. Bal, behandelend longarts van concluant, vermeldt in zijn verslag van 2

september 2010:

“Kobaltintoxicatie met nadien astma bronchiale, kobalt gerelateerd, met nu evolutie

naar gefixeerde bronchusobstructie.” (stuk 21)

Dr. Bal besluit:

“De problematiek is ongetwijfeld wel Cobalt gerelateerd en daarmee treed ik het

oordeel van de oorspronkelijk expert van het fonds voor de beroepsziekten bij,

evenals het oordeel van dr. Monsieur en dr. Moorkens. Bij het oorspronkelijke

onderzoek op het FBZ zou de provocatieproef met Cobalt positief geweest zijn.

De relatie tussen metaaltoxiciteit en respiratoire aandoeningen als astma en ook

COPD is goed bekend in de medische litteratuur. Blootstelling aan hoge

concentraties kan niet alleen aanleiding geven tot acute longmanifestaties

waarvan de prognose niet kan worden voorzien maar ook tot ontwikkeling van

COPD.

Zelfs al was patiënt voorbeschikt voor COPD dan nog heeft de intoxicatie de

symptomatologie uitgelokt (vroeger paracommando en bergbeklimmer) en zien

we nu een progressie in het ziekteverloop spijts de medicatie.” (eigen

onderlijning) (stuk 21)

Dr. Bal voegt in bijlage kopie toe van een artikel “Metal toxicity and the

respiratory tract” waarin zeer duidelijk het verband wordt gelegd tussen

metaaltoxiciteit en respiratoire aandoeningen zoals en astma en COPD (stuk

21, bijlage).

Ook Dr. Bourgain en Dr. Van Varenbergh maken melding van artikelen

waarin cardiomyopathie met kobaltintoxicatie in verband wordt gebracht.

Dr. Bertels, behandelend huisarts, vermeldt:

“Ik meen in eer en geweten, dat er wel blijvende letsels zijn, met een ernstige

repercussie op zijn totale gezondheid, zeer invaliderend, qua hartproblematiek

in mindere mate qua longproblematiek, maar wel degelijk aanwezig en in zekere

mate met gevolgen op de botstructuren.” (eigen onderlijning) (stuk 22)

In zijn medisch verslag van 22 augustus 2011 benadrukt Dr. Bal nogmaals:

“Er blijft een gefixeerde bronchusobstructie met een verhoogd residu zonder

noemenswaardige diffusiedaling. De reserves blijven beperkt, er is tevens nog

een hyperreactiviteit. Het probleem is cobaltgerelateerd. Dergelijke evolutie

wordt dikwijls gezien bij cobaltintoxicatie en de prognose op lange termijn kan

niet worden voorzien.

Hij moet zowel respiratoir als cardiaal worden opgevolgd. Immers na de

ernstige cobaltintoxicatie met myocardaantasting kan na herstel van de functie

een semiocculte geleidingstoornis blijven bestaan.” (eigen onderlijning) (stuk 26)

Ook Dr. Bertels herhaalt op 26 augustus 2011:

“Er is wel een zeer ernstige levensbedreigende cardiale problematiek geweest

met blijvende risico gevolgen.” (bijlage stuk 26)

Op 15 november 2011 besluit Dr. Bal:

“De heer VAN BOCXSTAELE Jean Marie, liep in 1999 een ernstige

cobaltintoxicatie op met naast een contactdermatitis ook een aantasting van de

luchtwegen (beroepsastma) en een myocardaantasting.

De conclusie van de gerechtsdeskundige, dr. R. Matthys dat er op 9 juni 2000

een consolidatie zou geweest zijn zonder blijvende, zuiver fysieke minderwaarde

noch arbeidsongeschiktheid, blijkt mij onjuist.

De evolutie van de respiratoire en cardiale arbeidsgerelateerde aandoeningen

bewijzen nu juist het tegenovergestelde.

Er blijft een gefixeerde bronchusobstructie met een verhoogd residu, dus het

beroepsastma blijft actief en is invaliderend. Cardiaal is er, ook na functioneel

hersel, een evolutie met neiging tot ritmestoornissen en een recidief van

voorkamerfibrillatie in 2006.

Bij cobaltintoxicatie is bewezen dat een semi-occulte geleidingstoornis kan

blijven bestaan.

De heer Van Bocxstaele blijft respiratoir en cardiaal duidelijk mindervalide. Hij

moet blijvend worden opgevolgd en de prognose op lange termijn kan nog niet

worden voorzien. Er is ook een blijvende onderhoudsbehandeling nodig.” (eigen

onderlijning) (stuk 27)

Dr. Raes, cardioloog, stelt:

“Als antwoord op de vraag of dat hij nog cardiale sequellen van Cobalt heeft,

moeten we vaststellen dat hij een gerecupereerde systolodiastoliche functie heeft

op echo in rust, maar een licht verminderd inspanningsvermogen met een licht

chronotope incompetentie, en een lichte beperking van het oplopen van het

slagvolume, waarbij ik niet kan uitmaken of dit nog kan worden toegeschreven

aan de vroegere Cobaltintoxicatie, maar evenmin uitsluiten.” (stuk 31)

Dr. Adams schrijft:

“Er is in de literatuur weinig gekend over cardiomyopathie na 1 malige

blootstelling aan Co. We denken echter, op basis van de anamnese, dat de man

al maanden voordien blootstelling aan Co gehad heeft en dat het hier dus een

chronische intoxicatie betreft. De diagnose van cobaltcardiomyopathie werd in

2000 bevestigd dmv biopsie.” (stuk 32)

Dr. Bal stelt in zijn verslag van 25 oktober 2012:

“Als antwoord op de vraag of hij [de cardioloog] nog cardiale sequellen van de

wellicht chronische Cobalt intoxicatie heeft, moeten we vaststellen dat hij een

gerecupereerde systolodiastolische functie heeft op cardiaal echo in rust, maar

een licht verminderd inspanningsvermogen met een lichte chronotrope

incompetentie, en een lichte beperking van het oplopen van het slagvolume,

waarbij hij niet kan uitsluiten dat dit nog kan worden toegeschreven aan de

vroegere Cobaltintoxicatie.”

“Wanneer we nu nog restletsels objectiveren die goed compatibel zijn met de

cobalttoxiciteit bij een patiënt waarbij geen andere oorzaak voor de pathologie

gevonden wordt, is het dan niet logisch het verband te aanvaarden?

We kunnen toch de ganse respiratoire en cardiale pathologie zomaar niet

toeschrijven aan de luchtverontreiniging in de omgeving van Antwerpen.” (stuk

33)

14. Na het deskundig verslag van dr. Mathys is ook de besluitvorming van

het college van deskundigen onzorgvuldig en bevat zij manifest foutieve

informatie.

Zo vermeldt p. 23 van het deskundig verslag:

“Volgens bepaalde dossier gegevens bestaan de respiratoire klachten reeds lang

voor de beroepsblootstelling en werden als chronische bronchitis omschreven.”

Het college van deskundigen grijpt deze argumentatie aan om tot het besluit

te komen dat er geen relatie kan worden vastgesteld tussen de COPD en de

acute kobaltintoxicatie. Nochtans is deze bewering onjuist, waar het college

van deskundigen op gewezen werd door zowel de raadsman van concluant,

als de behandelend geneesheer. Het college van deskundigen antwoordt in

haar definitief deskundig verslag dat zij deze bewering steunt op het verslag

van dokter Monsieur van 7 juni 2000 dat vermeldt:

“De patiënt vermeldt duidelijk sinds anderhalf jaar klachten van wheezing,

benauwdheid, dyspnee, hoest en witte sputa, toenemend ’s avonds na

blootstelling aan het werkmilieu, duidelijk verminderd tijdens verlofperiodes en

in het weekend.”

(stuk 1 - eigen onderlijning)

Nochtans blijkt uit het verslag van Dr. Monsieur geenszins dat deze klachten

dateren van voor de beroepsblootstelling, maar net als gevolg van de

beroepsblootstelling! De bewering van het college van deskundigen dat er

klachten zouden zijn die dateren van voor de beroepsblootstelling is manifest

foutief en leidt tot een verkeerde besluitvorming.

Ook de bewering op pagina 17 van het deskundig verslag dat concluant reeds

voorafgaandelijk aan het acute kobaltincident in behandeling zou zijn

geweest wegens een broncho-obstructie bij Dr. Monsieur, is foutief.

Concluante is voor het eerst door Dr. Monsieur gezien tijdens zijn opname

van 18 april 2000 in het Sint-Vincentiusziekenhuis, meer dan een half jaar na

de kobaltintoxicatie.

Hoewel concluant dit opmerkte na het voorlopig deskundig verslag, werd dit

opnieuw opgenomen in het definitief deskundig verslag, wat misleidend is.

Het college van deskundigen weerhoudt de diagnose van COPD. Over

de oorzaak hiervan blijft het ongelooflijk vaag. Het besluit eenvoudigweg

“Er zijn geen argumenten om een kobalt gebonden longpathologie aan te

nemen, zelfs al zou men van een chronische blootstelling gedurende een aantal

jaren uitgaan. Er zijn geen interstitiële afwijkingen. De obstructieve ventilatie

stoornissen passen bij de reeds bestaande COPD pathologie.”

(p. 23 deskundig verslag - eigen onderlijning)

en dit zonder enige motivatie.

Het college van deskundigen besluit eveneens:

“De acute intoxicatie veroorzaakte de brandwonden, doch niet de cardiale en

longproblematiek die zich later manifesteerden.”

(p. 24 deskundig verslag) (eigen onderlijning)

Het college van deskundigen aanvaardt de diagnose van COPD. De

terminologie die het hanteert: “reeds bestaande” COPD pathologie, lijkt te

impliceren dat deze dateert van voor de kobalt intoxicatie, daar waar dit

geenszins het geval is. Bovendien aanvaardt het college van deskundigen

eveneens een cardiale en longproblematiek die zich “later”, dit is na de

kobaltintoxicatie, manifesteerde.

Het is toch wel zeer merkwaardig dat het college van deskundigen aanvaardt

dat na de kobaltintoxicatie er zich cardiale en longproblemen voordoen, maar

niet dat deze het gevolg zijn van de kobaltintoxicatie. Op de vraag als gevolg

waarvan deze problemen dan wel plots zijn ingetreden, formuleert het

college van deskundigen geen enkel antwoord. Ook de oorzaak van de COPD

wordt niet geduid. Nochtans legt het Fonds voor Beroepsziekten zelf, alsook

de behandelend geneesheer van concluant, de oorzaak bij de kobalintoxicatie.

Als er geen enkele andere oorzaak door het college van deskundigen kan

worden aangereikt, en duidelijk blijkt dat de problemen pas zijn ingetreden

na de beroepsblootstelling, hoe kan een oorzakelijk verband met de

kobaltintoxicatie dan uitblijven?

Het komt concluant voor dat hij wordt afgerekend op het feit dat zijn

medisch dossier bij Fabricom niet meer is terug te vinden, hoewel het

duidelijk is dat hij voor de beroepsblootstelling geen klachten had. Dr.

Nemery de Bellevaux stelde:

“Uit de anamnese blijkt dat de man jaren als kunststof- en metaallasser gewerkt

heeft onder slechte omstandigheden. Het lijkt dan ook dat deze langdurige

blootstelling aan allerhande irritantia de oorzaak is van zijn huidige

ademhalingsklachten en dat het ongeval de trigger geweest is.

Helaas hebben we het medisch dossier van de werknemer bij Fabricom niet

kunnen bemachtigen, en hebben we dus geen gegevens over longfunctionele

toestand voor het ongeval. Dit maakt een evaluatie van het eventuele oorzakelijk

verband met het werk (en dus een aanvraag tot erkenning door het FBZ)

bijzonder moeilijk.” (stuk 32)

16. Nu concluant aantoont dat de besluitvorming van het college van

deskundigen foutief is, moet wel degelijk een blijvende

arbeidsongeschiktheid in hoofde van concluant worden weerhouden als

gevolg van de kobaltintoxicatie.

Volgende week is het de beurt aan de Arbeidsrechtbank. Zal zij opnieuw een corruptiedossier legaliseren en kiezen om corrupte experts in te dekken ?

Of zal er eindelijk eens een rechtbank kiezen voor WAARHEID, MEDISCHE FEITEN en WETENSCHAP ?

Featured Posts
Recent Posts
bottom of page