Schaal voor Invaliditeit : hoe zit dat nu precies ? En waar komt die post-traumatische stress stoorn
Vraag van een lezer :
heb de opmerking gelezen in het laatste artikel dat die zogenaamde OBSI SCHAAL (Belgische schaal invaliditeit) eigenlijk niet bestaat : na opzoeking kom ik bij onderstaande link, maar is nogal moeilijk uitgelegd. Volgens dat ik begrijp is dit eigenlijk uit 1946 en eigenlijk bedoeld voor oorlogsslachtoffers? Hoe zit dat nu eigenlijk ?
CORRECTIE :
er bestaat wél degelijk een Officiële Belgische Schaal voor Invaliditeit (OBSI). Deze is bij wet vastgelegd.
er bestaat daartegenover géén "Europese Schaal voor Invaliditeit". Deze "schaal" is het "denkwerk" van enkele verzekeringsartsen die zich rond de tafel gezet hebben, om OBSI aan de kant te schuiven, en te vervangen door een "verzekeringsschaal". Verzekeringen doen wel heel hard hun best, om zo'n Europese schaal, die dan overal in Europa zou moeten toegepast worden, in te voeren. Dat zou de doodsteek zijn voor eerlijke schadebegroting OVERAL in Europa. En is gelukkig nog niet het geval.
op vandaag is het deze "verzekeringsschaal", deze (onwettelijke en dus officieel onbestaande) Europese Schaal die onder groot gelobby van het verzekeringskartel bij de Belgische magistraten, door o.a. de politierechtbanken als basis gebruikt wordt voor de begroting van letselschade. Wat een catastrofe is, vooral voor de mensen met hersentrauma. Je kan deze 'Europese Schaal' hier vinden.
EXTRA informatie : ALGEMEEN
OFFICIËLE BELGISCHE SCHAAL TER BEPALING VAN DE GRAAD VAN INVALIDITEIT
(bron : http://www.elfri.be/juridische-informatie/offici%C3%ABle-belgische-schaal-ter-bepaling-van-de-graad-van-invaliditeit-0)
De invaliditeit, zo lezen we in de OBSI, is een vermindering van de fysische of psychische integriteit. Een valide persoon kan zijn vermogens, krachten en bewegingen op volkomen wijze doen samenwerken om ze aan een activiteit dienstbaar te maken. Het is deze validiteit die als vergelijkingspunt dient. De invaliditeitsgraad beoogt de vermindering uit te drukken van de mens als psychosomatisch geheel en, hiermee verbonden, van de mogelijkheid om handelingen van het dagelijkse leven te verrichten, waarbij de vermindering uitgedrukt wordt in een percent t.o.v. de valide persoon, die de waarde 100% vertegenwoordigt. De rechtspraak (in gemeen recht) hanteert een gelijkaardig definitie, en stelt dat invaliditeit een medisch begrip is, dat de anatomische of functionele vermindering uitdrukt, onafhankelijk van de repercussies op de lucratieve activiteiten van het slachtoffer.e Schaal , OBSI of BSI ter bepaling van de graad van Invaliditeit is bestemd om, krachtens de wettelijke beschikkingen welke er de toepassing van bekrachtigen, als schattingsbasis te dienen voor de door tussenkomst van de Gerechtelijke Geneeskundige Dienst uitgevoerde medische expertises.
De BSI is de fysiologische invaliditeit is de vermindering van de lichamelijke integriteit. De invaliditeitsgraad, uitgedrukt in een percentage, wordt bepaald bij een geneeskundige beslissing, op basis van de officiële Belgische schaal tot vaststelling van de graad van invaliditeit. Deze schaal wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. U kan de schaal ook lezen in de gecoördineerde geconsolideerde versie via deze link: Koninklijk besluit van 8 febrauar 2006 houdende bepaling van de wijze waarop een volledige blindheid, een volledige verlamming van de bovenste ledematen of amputatie van de bovenste ledematen en een blijvende invaliditeit die rechtstreeks is toe te schrijven aan de onderste ledematen en ten minste 50 % bedraagt, wordt vastgesteld.
zie ook: Eric Brosens, Jurist en arbeidsdeskundige (België)
De OBSI schaal stelt zelf:
"Deze handleiding gebruikt als referentiekader de Officiële Belgische Schaal ter Bepaling van de Graad van Invaliditeit, goedgekeurd bij het besluit van de Regent van 12 februari 1946, hierna "OBSI" genaamd."
Hierdoor wordt een zekere coherentie met de evaluatie van de handicap in het kader van de regeling van de verhoogde kinderbijslag, in de hand gewerkt.".
Derhalve dient de schaal gelezen te worden binnen haar finaliteit waarbij de schaal zelf haar eigen beperkingen ondergeschikt maakt aan haar doelstellingen die op deze beperkingen primeren. Een verwijzing naar PBSI is niet meer dan een verwijzing naar zelf erkende indicatieven die op zich geen norm uitmaken en erkennen (overigens net als de indicatieve tabel) nooit een absolute maatstaf te kunnen zijn. Zij dient tevens gelezen binnen haar ontstaangeschiedenis, met name de vergoeding van directe en indirecte oorslogsslachtoffers en heeft nooit de intentie gehad om alle andere fysiologische beperkingen te omvatten.
De OBSI schaal, wordt soms afgekort als de schaal mbt de wijze waarop volledige blindheid,.... wordt vastgesteld (KB 08/02/2006. Dit verkort opschrift mag geen verwarring stichten. De lijst betreft niet alleen blindhied, maar streeft ernaar enlke fysische beperking op te sommen waarbij "blindheid" slechts het eerste woord is en de puntjes staan voor de lange lijst andere niet vermelde beperkingen.
De schaal maakt ee formeel onderscheid tussen kinderen (I) en volwassenen (II)
Lees deze schaal op de site van de overheid : Wijze waarop een volledige blindheid, [...] … wordt vastgesteld: K.B. 08.02.06 of in actuele geconsolideerde versie via deze link
Kritiek op de OBSI
De OBSI werd opgesteld ter evaluatie van burger- en militaire slachtoffers, met de bedoeling een ruimere vergoeding toe te kennen dan in verhouding tot de reële schade, geïnspireerd door het barema van Julin voor de evaluatie na de tweede wereldoorlog.
Het OBSI is een concept gesteund op anatomische basis, vetrrekkend van al te gedateerde en dus verouderde criteria.
De schaal hanteert een hiërarchie van de rekenkundige cijfers zonder oog op de concrete functionele weerslag, met uitzondering van de handen.
OBSI is al te klinisch en houdt onvoldoende rekening met de concrete weerslag van de letstels op het menselijk dagdagelijks functioneren. DE schaal mist voldoende realiteitszin en samenhang.
Verschil fysische en economische invaliditeit
Er dienst steeds een verschil gemaakt tussen het begrip fysische invaliditeit en de economische invaliditeit of de arbeidsongeschiktheid.
De fysische invaliditeit is de anatomische of functionele vermindering van het functioneren van de mens onafhankelijk van de repercussies op de lucratieve activiteiten van het slachtoffer.
De graad van de fysische invaliditeit wordt bepaald onder verwijzing naar de Officiële Belgische Schaal tot vaststelling van de graad van invaliditeit(OBSI) en in concreto aangevuld door de rechtspraak.
De economische invaliditeit is de vermindering van de arbeidsgeschiktheid van de verzekerde, ten gevolge van de fysiologische invaliditeit van de getroffene
De economische invaliditeit wordt net zoals de fysische invaliditeit bepaald door een percentage. Dit percentage geeft de mate weer waarop het het verlies van de fysieke geschiktheid van verzekerde een weerslag heeft tot het uitoefenen van de beroepsactiviteit van de getroffene Conform diens sociale toestand, zijn kennis, opleiding, geschiktheid en voorgeschiktheden.
Nuttige tips:
Wanneer men als burger geconfronteerd wordt met discussies inzake invaliditeit met overheden en verzekeringsmaatschappijen, dan wel geconfronteerd wordt in gerechtelijke procedures mbt lichamelijke schadebegroting, is het meer dan aangewezen het dossier aan te vullen met een geneeskundig verslag op basis van de OBSI schalen.
Een dergelijk verslag dient met de grootste zorg opgesteld door een arts bedreven in verzekeringsrecht en schadebegroting, waarbij alle nuttige informatie van de diverse door de patiënt of schadelijder geraadpleegde artsen wordt bijgevoegd en waarbij de tussenkomst van een advocaat onderlegd in lichamelijke schaderegeling met kennis van de OBSI schalen meer dan nuttig is.
Het zelfde geldt zeker wanneer verzekeringsmaatschappijen na de klassieke medische verslagen die werkongeschikthied of invaliditeit vaststellen, een aanvullend attest wensen op van de de OBSI verslagen.
IN MENSENTAAL (fragment uit de conclusies in het dossier SANTENS/AG) :
Ten eerste is de OBSI de ENIGE officiële en wettelijke schaal in België waarmee een invaliditeit geraamd kan worden.
Zij is BIJ WET vastgelegd. Bij arbeids(weg)ongevallen is zij VERPLICHT. Bij burgerlijke zaken is zij NIET verplicht. Het feit dat OBSI niét verplicht is bij burgerlijke zaken, maakt haar daarom niet minder geschikt als maatstaf om de letselschade te evalueren.
OBSI is door ONAFHANKELIJKE ARTSEN opgesteld in der tijd.
Zij sluit aan bij de % die ook in andere landen gangbaar zijn.
Het ENIGE alternatief voor OBSI zijn VERZEKERINGSSCHALEN zoals de Europese Schaal voor Invaliditeit (stuk 285). Dit is een VERZEKERINGSINSTRUMENT. Dit is opgesteld door VERZEKERINGEN. Als wij kijken naar de opstellers daarvan (Dusesoi, Beauthier, …), zien we de namen van de KOPSTUKKEN uit het Belgische verzekeringsbedrog opduiken : die artsen die steevast de ergste valse medische verslagen opstellen.
En dat zou op vandaag DE NORM zijn ?
Deze schalen zijn NERGENS officieel erkend – enkel door de verzekeringen, die vervolgens door constant lobbywerk bij de magistratuur en door verzekeringsartsen in allerhande commissies te plaatsen, er voor gezorgd hebben dat rechtbanken beginnen af te stappen van OBSI en dit VERZEKERINGSINSTRUMENT beginnen te gebruiken.
Alhoewel ! Eerder : te MISbruiken.
HET GEBRUIK VAN DERGELIJKE SCHALEN LEVERT HET BEWIJS DAT HET RECHT VAN VERDEDIGING EN HET TOEPASSEN VAN DE WET – art. 1382-1383 BW – ONMOGELIJK GEMAAKT WORDT.
OBSI is inderdaad een GEVAAR voor verzekeringen, omdat zij ALLE LETSELS en ALLE SCHADE begroot. Letsels die begroot worden, moeten ook vergoed worden.
De VERZEKERINGSSCHALEN begroten NIET alle letsels. Mede daarom kent de letselschade de trieste stand van zaken die ze op vandaag heeft. Grote aantallen letsels die in OBSI wél opgenomen staan, bestaan gewoon NIET meer in de Europese Schaal voor Invaliditeit. Alsof letsels van de aardbodem verdwenen zijn ! Ze worden vervangen door zeer vage omschrijvingen, waarbij de “gerechtsdeskundige” (lees : verzekeringsarts) vrij kan kiezen in welk “vakje” hij een letsel plaatst.
De OBSI is veel preciezer en geeft veel duidelijkere omschrijvingen, waardoor de intellectuele valsheid in geschrifte die de voorbije jaren steeds meer opdook in de Belgische rechtbanken, NIET mogelijk is.
Een voorbeeld :
Artikel 667, van toepassing in het dossier van concluante :
Regressie, met belemmering van professionele en huishoudelijke activiteiten en met duidelijke sociale minderwaardigheid, waarvoor in OBSI een invaliditeit bepaald is van 25 à 65 %, wordt in de ‘Europese Schaal voor Invaliditeit’ van de verzekeringen (en dus door de verzekeringen) herleid naar : Post traumatische stress stoornis van … 3 %.
IEDER LETSEL DAT LEIDT TOT EEN HOGE GRAAD VAN ECONOMISCHE EN HUISHOUDELIJKE ONGESCHIKTHEID, WORDT DOOR DE VERZEKERINGEN ONDER HET MOM VAN POST TRAUMATISCHE STRESS ONDER TAFEL GEVEEGD. Als dat niet handig is ! 22 tot 62 % minder vergoedingen te betalen !
Uw rechtbank zal wel inzien waarom OBSI plots “niet goed genoeg” zou zijn voor verweerster …
Voor hersenletsels bvb., voorziet OBSI een heel gedetailleerde opsomming, naargelang de graad en de ernst van de hersenschade. Per graad staat er dan een gedetailleerde omschrijving bij van de symptomen. Dat maakt het ook voor een rechtbank beter controleerbaar. Toegepast op dit dossier wordt dat bvb. (zie ook bijlage 3 stuk 30) :
artikel 542 d :
Het middelmatig post commotioneel syndroom (= mTBI vandaag ; commotio cerebri ; hersenschudding met diffuse axonale schade) :
Dergelijke ziektebeelden worden vooral gezien na bewusteloosheid of verwardheid gedurende meerdere dagen of weken. Het gaat gepaard met weerbarstige subjectieve klachten en blijvende afwijkingen op oto-vestibulair, elektro-encefalografisch en/of oftalmologisch gebied ; eveneens zijn er duidelijke tekens op radiografisch, neurologisch of psychologisch gebied.
25 tot 40 % blijvende invaliditeit.
Uw rechtbank kan daar duidelijk in meevolgen : er is sprake van bewusteloosheid (van toepassing) ; van verwardheid gedurende meerdere dagen of weken (van toepassing) ; weerbarstige subjectieve klachten (van toepassing : klachten persisteren TOT OP HEDEN oa koppijn) ; blijvende afwijkingen op oto-vestibulair gebied (van toepassing : aangetoonde duizeligheid en evenwichtsstoornissen) ; elektro-encefalografisch gebied (van toepassing : aangetoond op Q-EEG) ; oftalmologisch gebied (van toepassing : concluante moet nu een therapeutische bril dragen) ; duidelijke tekens op neurologisch of psychologisch gebied (van toepassing : concluante is in NIETS nog dezelfde persoon als VOOR het ongeval).
Het equivalent daarvan in de Europese Schaal voor Invaliditeit ziet er heel anders uit (stuk 285, blz. 13) en een gerechtsdeskundige = verzekeringsarts kan naar willekeur kiezen in welk vakje hij een hersenletsel onderbrengt. Opvallend hierbij is toch, dat in geval de keuze valt op de ‘matige vorm’, dit % beduidend LAGER ligt : nl. 20 à 35 % ! Dat zijn weer 5 % uitgespaard. Of nog : zou er gekozen worden voor het tabelletje daaronder, de geheugenproblemen, dan is de marge om ‘naar beneden af te ronden’ NOG hoger : 10 à 60 % ! Zo wordt een letsel van 25 à 40 % al snel herleid naar een letsel van 10 % …
En nog straffer wordt het, als een hersenletsel onder “kleine cognitieve problemen” ondergebracht wordt. Een duidelijke omschrijving met symptomen ontbreekt daarin, het is een “vage” omschrijving, die naar willekeur kan ingevuld worden door de verzekeringsarts = gerechtsdeskundige. De 25 à 40 % van OBSI wordt zodoende herleid tot … 5 à 10 % ! Op basis van … ‘omdat ik het zeg’.
Maar dan kan eenzelfde TBI ook ondergebracht worden in de ‘gemengde cognitieve en senso-motorische’ categorie (blz. 14 stuk 285) ondergebracht worden … dat is dan wel weer goed voor 20 à 40 %. (neem de 'schaal' er HIER even bij en vergelijk zelf !)
Althans … in theorie !! Want in de praktijk wordt TBI geparkeerd in het vakje met het laagste %. Want waar ligt het criterium uiteindelijk om te bepalen in welk vakje TBI thuishoort ?? Juist … het louter SUBJECTIEVE gegeven : ‘omdat ik het zeg’.
Of, beter nog : LETSELS WORDEN GEWOONWEG NIET ERKEND ! Zoals bij concluante het geval is. Dan krijg je eindverslagen zoals dat van Hans Verstraelen, waarin je leest :
"Er bestaat geen twijfel dat slachtoffer lijdt aan ernstige en invaliderende sequellen ..."
Het gedeelte “hoofd” uit het “hoofd-nek-rug”slingertrauma (wat een whiplash uiteindelijk is), wordt hier niet “toevallig” uit weggelaten … Het argument luidt dan : jamaar Baeke en Meersman hebben het hoofdtrauma niet erkend … Sjah …
En voor het gemak wordt ook het gedeelte “rug” weggelaten uit het “hoofd-nek-rug”slingertrauma. Ondanks diverse medische verslagen die melding maken van dermate ernstige rugproblemen, dat een totale immobilisatie optreedt (lees : concluante KON NIET MEER RECHTSTAAN !!! kon zonder hulp het bed niet meer uit !!). En waarbij de nodige onderzoeken zoals EMG natuurlijk NIET uitgevoerd werden.
Kortom : wie “meet” zonder OBSI, heeft niet alleen WILLEKEUR TROEF, heeft bovendien een flagrante schending van het recht op verdediging.
Hoe zich verdedigen op basis van een louter SUBJECTIEF meetinstrument bovendien opgesteld door de VERZEKERINGSSECTOR ?
Ter vergelijking
Stel : u wil een stuk grond kopen. U vindt een mooie weide. De prijs is 100.000 euro / ha. U gaat spreken met de boer die verkoopt. Hij zegt u : ah, dit stuk weide is 2 ha. U moet me dus 200.000 euro betalen. U zegt : jamaar, dat ziet er toch geen 2 ha uit. Dat ziet er eerder 1,5 ha uit.
Wat gaat u zeggen ?
’t Is goed, hier is 200.000 euro, we gaan naar de notaris ?
OF
Wacht een minuutje, eerst de landmeter bellen, die komt METEN, en DAN gaan we naar de notaris ?
Of nog : u gaat naar de beenhouwer en u vraagt 500 gram gehakt. De beenhouwer neemt een schep en zegt u : jaaaa … dat zal wel 500 gram zijn.
Zal u dat gehakt zomaar betalen, of zal u zeggen : beste beenhouwer, graag eerst even op de WEEGSCHAAL leggen ?
Als het met MATERIËLE zaken al zo is dat ALLES GEMETEN en GEWOGEN moet worden, dan moet het des te meer met LICHAMELIJKE SCHADE zo zijn !
MEN KAN GEEN SCHADE BEGROTEN ALS MEN ZE NIET MEET.
Dr. X heeft GEMETEN, aan de hand van een BIJ WET erkende SCHAAL, die overeenstemt met de % die ook in het buitenland gangbaar zijn, en heeft hierbij telkens de GEMIDDELDE waarde weerhouden : niet het hoogste, ook niet het laagste, mooi in het midden, juist om discussie te voorkomen !!
Bijkomend kan verweerster dan inroepen dat OBSI “verouderd” is en al tientallen jaren oud is. Dat klopt, maar dit is een TOTAAL IRRELEVANT GEGEVEN. Een letsel blijft immers een letsel. Wie een been verliest in 2015 zal daar evenveel ongemak en pijn van ondervinden als iemand die in 2000, 1950, 1900, 1800 of 1500 na christus zijn been verloor ! De PERSOONLIJKE ONGESCHIKTHEID is identiek gebleven. Enkel de externe omgevingsfactoren (mogelijkheid tot rolstoel, aangepaste wagen, hellend vlak om gebouwen binnen te gaan, krachtiger pijnstillers, …) zijn gewijzigd.
Ter vergelijking : de meter, de kilometer, de hectare : allemaal uitvindingen van Napoleon. Dus al meer dan 200 jaar oud. Toch gebruikt nog iedereen de meter, de kilometer, de hectare.
Er is niemand die zegt : we gaan die meter eens afschaffen ; of : vanaf nu is een meter maar 70 cm meer ; en een kilometer, dat is nu nog 400 m (want DAT is wat de Europese schaal uiteindelijk doet : alles verminderen wat BIJ WET bepaald is).
De LEEFTIJD van een SCHAAL of meetinstrument is dus bijzaak.
Wat er wél toe doet is :
is deze gedetailleerd en precies omschreven zodat een correcte METING mogelijk wordt
is deze eerlijk en billijk
weerspiegelt deze de reële ongeschiktheid
Als u dan leest hoe Verstraelen en Tack de letsels “meten”, dan wordt slechts 1 ding daaruit duidelijk : PURE WILLEKEUR en PURE SUBJECTIVITEIT.
OBSI kan bovendien zo “verouderd” niet zijn : ALLE VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN vermelden deze nog steeds in hun contracten als dé maatstaf en maken OBSI zelfs contractueel verplicht …
Dr X noteert hieromtrent (stuk 30):
De PBO (of BI) wordt in abstracto gemeten met de in Belgie wettelijke
invaliditeitinhoudsmaat van het KB van 20-03-1975 ( en volgende) betreffende De Officiele Belgische Schaal ter bepaling van de graad van Invaliditeit (hierna verkort OBSI).
Alle Belgische verzekeringen maken in hun verzekeringsovereenkomsten dagvergoeding en (arbeids)ongevallen de meting met de OBSI contractueel verplicht bij de beoordeling van de traumatisch geactiveerde blijvende invaliderende afwijkingen en functiestoornissen (hierna verkort TGBIA-F). Hiermee willen de verzekeringen bij het aangaan van het verzekeringscontract tegenover hun contractant bewijzen dat ze in de contractuele relatie met hem de wettelijke invaliditeitinhoudsmaat te indicatieve titel zullen hanteren. Hiermee kunnen ze niet alleen de schade onderling vergelijken maar vooral vergissingen, willekeur en bedrog vermijden.
Tegenover de begunstigde van het verzekeringscontract, tegenover wie er wel een wettelijke vergoedingsplicht bestaat maar geen rechtstreeks contract, wordt uit winstoogmerk het gebruik van de wettelijke invaliditeitinhoudsmaat verzwegen. Aan het slachtoffer van hun contractant wordt, zoals in het geval van het SO, steeds een willekeurige onderwaardering voorgesteld.
In casu wordt voor het SO, als begunstigde van het BA-verzekeringscontract, voor de
postcommotionele hersenstoornissen (PTSS) willekeurig 3% PBO (BI); BHO; e-BAO
toegekend op basis van het verzekeringsminimum-tarief van de niet-gewettigde Europese Schaal. Voor rechtstreekse verzekeringscontractanten dagvergoeding en (arbeids)ongevallen moet de BA-V of AO-V wel de wettelijke invaliditeitinhoudsmaat van de OBSI gebruiken zoals het in het contract of de AOW vermeld staat.
Dus de ene keer zou OBSI ‘te oud’ zijn ? Maar dan toch nog goed genoeg om zelf te gebruiken in de verzekeringscontracten ?
In die zin is een meting aan de hand van de OBSI in dit dossier een NOODZAAK : niet alleen om tot een correcte WEGING van de letsels te komen, maar ook om het recht van verdediging te garanderen en komaf te maken met de WILLEKEUR die dit dossier vanaf dag 1 tekent.
Het kan geen sprake zijn van Recht van Verdediging als men zich baseert op een VERZEKERINGSINSTRUMENT.
Het is tijd dat er afgestapt wordt van deze VERZEKERINGSMETINGEN en dat de rechtbanken terug soeverein beslissen over de reële ongeschiktheid. Deskundigen zijn daar duidelijk NIET toe in staat.
De ‘administratieve vereenvoudiging’ en het wegwerken van de achterstand in justitie door snel-te-berekenen verzekeringsformules toe te passen, schenden het recht van verdediging.
Een slachtoffer moet de kans krijgen om zijn werkelijke schade te laten OBJECTIEF METEN.
Het toepassen van deze VERZEKERINGSBEGROTINGEN is een schending van artikel 6 EVRM.
Er kan geen sprake zijn van een eerlijke procesgang – waar het bepalen van letselschade en de begroting daarvan integraal onderdeel van is – als er gebruik gemaakt wordt van verzekeringsbarema’s.
Per definitie zijn het allemaal verzekeringsbarema’s, nu geen enkel slachtoffer, geen enkele belangenbehartiger van slachtoffers, deelgenomen heeft aan de totstandkoming van deze barema’s.
WAT LEREN WE HIER UIT ?
1. De ernst, aard en omvang van commotio cerebri / NAH / TBI / whiplash / ... is AL TIENTALLEN JAREN GEKEND, ERKEND, zelfs BIJ WET VASTGELEGD
2. De WET voorziet enkel voor het luik 'hersentrauma' 25 à 40 % blijvende invaliditeit. In de praktijk wordt dat ... 0 % (zie voorbeeld hieronder) tot 2 %, SOMS 5 %
3. De SYMPTOMEN van alle "onzichtbare letsels" zijn al TIENTALLEN JAREN GEKEND, ERKEND, zelfs BIJ WET VASTGELEGD
70 jaar later weten de gerechtsdeskundigen plots niet welke symptomen op hersenletsel wijzen ??
DAT GELOOFT TOCH GEEN KAT MEER ??
De enige logische conclusie die we hieruit kunnen trekken is bijgevolg, dat het
ONMOGELIJK is dat de structurele medische corruptie in de Belgische rechtbanken 'onopgemerkt' gebeurd is.
Een voorbeeld : hersentrauma wordt erkend door de gerechtsdeskundige = verzekeringsarts, zelfs in die mate dat er 2 jaar lang 100 % arbeidsongeschiktheid is ; maar uiteindelijk wordt ... 0 % hiervoor toegekend (de 5 % zal wellicht wel voor de onbruikbare - zichtbare - elleboog zijn ??? wie weet het ?? wie zal het zeggen ?? want het wordt niet gemeten ; enkel willekeurig begroot ...)