Patiënten vangen bot bij claims tegen artsen en ziekenhuizen: rechtbanken dekken artsen in, slachtof
De Tijd bericht :
Belgische artsen en andere zorgverleners hoeven zich voorlopig nog niet al te veel zorgen te maken over patiënten die hen voor de rechtbank brengen om een torenhoge schadevergoeding af te dwingen. Van Amerikaanse toestanden is in ons land nog geen sprake. Dat bewijst een doctoraal onderzoek van Tom Vandersteegen van de Universiteit Hasselt.
Vandersteegen nam bijna 2.000 dossiers onder de loep die tussen januari 2004 en augustus 2014 werden ingediend bij een Belgische verzekeraar en waarbij de medische aansprakelijkheid van artsen, verpleegkundigen en andere (para-) medici in het geding was.
Een eerste opvallende vaststelling: in amper 38 procent van de dossiers kwam de verzekeringsmaatschappij met een vergoeding over de brug.
Tom De Gendt, advocaat en specialist gezondheidsrecht, ziet twee mogelijke verklaringen. ‘Het is aan de gedupeerde patiënt om een medische fout, de schade en het oorzakelijk verband tussen beide te bewijzen. Dat is een moeilijke opdracht. Ook verwachten de patiënten soms te veel. De technische mogelijkheden van de geneeskunde zijn immers exponentieel toegenomen.’ Een patiënt kan echter niet verwachten dat een geneesheer alles kan oplossen. Die garandeert al het mogelijke te zullen doen om een bepaald resultaat neer te zetten, maar hij belooft niet dat hij het gewenste resultaat ook zal halen. ‘Patiënten kunnen een arts niet verantwoordelijk stellen voor onvoorziene complicaties. Soms zien patiënten dat over het hoofd’, zegt De Gendt.
84 procent van de ingediende klachten wordt buiten de rechtbanken afgehandeld. ‘De organisatie van een minnelijke medische expertise verlaagt de kans op een rechtszaak aanzienlijk’, zegt Vandersteegen. Bij zo’n expertise kan de patiënt een deskundige arts aanstellen om weerwerk te bieden aan de deskundige geneesheer, aangesteld door de verzekeringsmaatschappij van de zorgverlener. ‘Meestal leidt dat tot een beschaafde medische discussie, waarna de partijen een akkoord sluiten, ook over de toe te kennen schadevergoeding’, zegt De Gendt.
Bovendien wordt gemiddeld ‘maar’ een schadevergoeding van 8.535 euro aan de gedupeerden toegekend. Zonder de tussenkomst van de rechtbanken bedraagt de schadevergoeding gemiddeld 3.932 euro. Komt het toch tot een rechtszaak - en dan gaat het dikwijls om zware schadegevallen zoals een overlijden of het definitieve verlies van bepaalde organen of ledematen - dan ligt de gemiddelde schadevergoeding op 39.483 euro.
Naar de rechtbank stappen is nochtans geen garantie op succes. Integendeel, het vermindert de kans op een schadevergoeding. Rechters kennen de patiënten in amper 17 procent van de ingediende dossiers een vergoeding toe. Zonder tussenkomst van de rechtbank resulteert 42 procent van de ingediende klachten in een vergoeding. Een gerechtelijke procedure vertraagt de afwikkeling van het dossier ook aanzienlijk.
Opvallend is dat de aanstelling van een panel van deskundige artsen door de rechtbank de procedure enorm vertraagt. Gemiddeld duurt zo’n deskundigenonderzoek op bevel van een rechtbank 683 dagen, ruim anderhalf jaar. Dat het deskundigenonderzoek nogal wat tijd in beslag neemt, is soms te wijten aan het feit dat veel artsen-deskundigen overbevraagd zijn. ‘Een deskundigenonderzoek op bevel van de rechtbank brengt ook een parallelle technische carrousel op gang’, verklaart De Gendt.
De mening van de deskundigen is ook voor de rechters cruciaal. ‘Bijna altijd zal de rechter zich daarbij aansluiten’, zegt Vandersteegen.
Het Vlaams Patiëntenplatform dringt aan op een lijst van onafhankelijke deskundigen. ‘We stellen vast dat veel artsen-deskundigen wel willen optreden voor de verzekeringsmaatschappijen van de zorgverleners, maar niet voor de gedupeerde patiënten, wellicht omdat de verzekeringsmaatschappijen beter betalen’, stelt Weeghmans..
Het Patiëntenplatform pleit voor een meer open communicatie tussen arts en patiënt. ‘Soms wil een arts erkennen dat hij in de fout ging en wil hij die misstap ook rechtzetten. Maar hij krijgt van zijn verzekeringsmaatschappij meteen een verbod om nog met de patiënt te spreken. De verzekeraar vreest dat zo’n gesprek zal uitmonden in een schulderkenning van de arts. Samen met Zorgnet Vlaanderen dringen we aan op een wetgevend initiatief om dat te veranderen’, besluit Weeghmans.
Bron : http://www.standaard.be/cnt/dmf20151003_01900429
Voor het eerst bewijst een onderzoek zwart op wit dat patiënten voor een aartsmoeilijke opdracht staan als ze een schadevergoeding vragen aan een zorgverlener. Slechts in 17 procent van de ingediende dossiers kennen de rechtbanken een schadevergoeding toe, schrijft De Tijd. Die vergoedingen blijven ook relatief beperkt. Gemiddeld gaat het om 44.630 euro, maar dat bedrag wordt scheefgetrokken door enkele uitzonderlijk hoge schadevergoedingen.
De krant baseert zich op onderzoek van Tom Vandersteegen van de Universiteit Hasselt. Hij onderzocht hoe 2.000 klachten tegen medici, ingediend over een periode van tien jaar, werden afgehandeld.
‘Een gerechtelijke procedure vergt tijd, energie en geld, terwijl de patiënt dat niet altijd kan opbrengen’, zegt Ilse Weeghmans van het Vlaams Patiëntenplatform in de krant. ‘Patiënten zijn niet altijd verzekerd zodat ze de kosten zelf moeten dragen. De verzekeringsmaatschappij van de zorgverlener staat veel sterker’, aldus Weeghmans.
Het platform pleit voor een meer open communicatie. Ook zou het beter zijn dat ziekenhuizen voor iedereen een verzekeringspolis afsluiten - ook voor de artsen, die nu vaak hun eigen verzekeraar kiezen. Zorgverleners schuiven de verantwoordelijkheid dan naar elkaar door.