Fonds Medische Ongevallen : hoe correct kunnen berekeningen schade zijn als zij uitgevoerd worden do
Het Fonds Medische Ongevallen wordt aangeschreven door slachtoffers van een medische fout. Het betekent dat de verzekering van een arts of ziekenhuis of instelling weigert tussen te komen na een medische fout.
MAAR de ontvankelijkheid van een dossier en de schadebegroting worden bepaald door ... verzekeringsartsen ! Het beste voorbeeld hierin is DIRK WEYNS, hoofdarts van AG ...
Het is niet duidelijk of er vanuit het RIZIV enige controle bestaat op WIE ze in huis halen om de schade te evalueren. Lees deze soap om het te geloven.
Het grote aantal aanvragen bij het FMO wijst niet alleen op "veel fouten door artsen", maar vooral op : "veel weigeringen tot tussenkomst door de verzekering beroepsaansprakelijkheid".
En dan weten dat de meeste mensen, na X maanden of jaren tegen een muur van onwil op te botsen, zelfs niet meer de moeite nemen om het FMO te contacteren.
Fonds Medische Ongevallen betaalde eerste vergoeding van 122.575 euro uit
Verwante artikels
04/03 - Fonds Medische Ongevallen: het RIZIV wil voortaan maandelijks 100 dossiers kunnen behandelen
BRUSSEL 24/09 - Het Fonds voor Medische Ongevallen (FMO), waar patiënten terecht kunnen die schade opliepen na een medische ingreep, ontving 917 adviesaanvragen in 2014. Dat zijn gemiddeld 76 nieuwe aanvragen per maand. Sinds september 2012 heeft het FMO in totaal 2.523 adviesaanvragen ontvangen. Het FMO kampt met een grote behandelingsachterstand van de dossiers, maar een aantal maatregelen, zoals bijkomende aanwervingen en een beroep doen op externe expertise, moeten ervoor zorgen dat de achterstand verkleint. Dat blijkt uit het Jaarverslag 2014 van het FMO dat vandaag is bekendgemaakt.
Het FMO heeft 217 dossiers afgerond sinds het begin van zijn werking in september 2012 tot eind 2014. Dat is 8,6 procent van de ingediende dossiers. In december 2014 ontving een eerste patiënt een vergoeding, die bedroeg 122.575 euro. "In ons volgende jaarverslag zullen we statistieken met betrekking tot die vergoedingen kunnen leveren", belooft het verslag 2014.
Het grote pijnpunt van het FMO blijft de enorme behandelingsachterstand. Daarvoor zijn er een aantal oorzaken, die in het rapport worden opgesomd. Zo werd het vooropgestelde aantal interne medewerkers pas eind 2013, na een jaar werking, bereikt. De externe medische expertises konden ook pas in mei 2013 worden opgestart en ze duren langer dan oorspronkelijk voorzien. komt daarbij een continue stroom van meer dan 70 nieuwe dossiers per maand, die de werklast voortdurend doet toenemen.
Voor veel medewerkers (beheerders, juristen of artsen) gaat het om een eerste of recente ervaring in dat domein en duurde dus erg lang eer het team op kruissnelheid kon komen. Op basis van deze analyse hebben de algemene directie en het beheerscomité in mei 2014 een reeks maatregelen in het kader van een masterplan goedgekeurd: een aanzienlijke toename (ongeveer een verdubbeling) van de personeelsformatie bij de juristen en artsen, een beroep doen op externe deskundigenbureaus op juridisch vlak, enzovoort. De meest voorkomende plaats voor een geneeskundige verstrekking is het ziekenhuis.
Meer dan acht op tien ongevallen (en zelfs bijna 9 op 10 in 2014) doen zich immers daar voor, ofwel tijdens een opname ofwel bij de toediening van ambulante verzorging in het ziekenhuis. Binnen het ziekenhuis doen zich 69 pct van de ongevallen voor in de operatiezaal. Ver achter de ziekenhuizen vinden we in de rangschikking de privépraktijken met meer dan 8 pct van de schadegevallen en de poliklinieken met een gemiddelde van 6 pct sinds september 2012, dat in 2014 echter terugloopt tot 2 pct.
Sommige dossiers betreffen tot slot schadegevallen in een rusthuis of een psychiatrische inrichting, maar die gevallen komen veel minder vaak voor (minder dan 1 pct). Kijken we naar de medische vakgebieden waar zich de meeste ongevallen voordoen dan wordt de lijst (bij eindadvies) aangevoerd door orthopedie (24 pct), algemene chirurgie (10 pct), neurochirurgie (7 pct), gynecologie-verloskunde (6 pct) en anesthesie (6 pct).
Het zijn ook in deze categorieën dat de ongevallen de hoogste ernstgraad bereiken. Als we kijken naar de woonplaats van de dossieraanvrager, blijkt dat de provincie Antwerpen de absolute koploper is met 18 pct van de aanvragen. Daarna volgen Oost- en West-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Henegouwen met elk meer dan 10 pct. Achteraan bungelen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met 9,53 pct, Luik met 7, pct en Limburg met 6 pct. Luxemburg ten slotte staat op de laatste plaats met slechts 3 pct van alle aanvragen. Slechts 0,28 pct van de aanvragen worden ingediend door personen die in het buitenland wonen.
Op gewestelijk vlak zien we dat 28 pct van de dossiers worden ingediend door personen die in het Waalse Gewest wonen, 9 pct van de dossiers door personen die uit het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest afkomstig zijn en 62 pct van de dossiers door personen uit het Vlaamse Gewest.