Regels plichtenleer zijn wetten ; overzicht van enkele artikels uit de Code die voortdurend geschond
ALS DE WET EEN LACHERTJE WORDT,
EN ZIJ DIE MOETEN TOEZIEN OP DE NALEVING VAN DE WET
DEZE NOG HET MEESTE SCHENDEN,
ZET JE DE DEUR WIJD OPEN VOOR
MEDISCHE CORRUPTIE IN JUSTITIE.
ORDE VAN GENEESHEREN:
ACTIEVE PARTNER IN DIT CORRUPTIESCHANDAAL
TIENTALLEN JAREN DOOFPOTAFFAIRES
Wanneer een wettelijke bepaling voorschrijft dat een Orde tot opdracht heeft regels van plichtenleer vast te stellen en de raden van die Orde toezien op de naleving van de plichtenleer, de eer, de kiesheid, de eerlijkheid en de waardigheid van zijn leden, heeft het Hof geoordeeld dat het de bedoeling van de wetgever was geweest om aan de Orde de bevoegdheid toe te kennen om verordenende beslissingen te nemen, daar hij geen andere overheid bevoegd heeft gemaakt om aan die beslissingen verbindende kracht te geven; de wetgever erkent aldus impliciet dat de Orde daartoe bevoegd is. De door de Orde vastgestelde regels van plichtenleer zijn dus wetten in de zin van art. 608 Ger.W. (46).
De regels die, op straffe van een tuchtsanctie, moeten worden nageleefd door degene die een bepaald beroep uitoefent, staan aldus ofwel in een wet ofwel in normen van verordenende aard, die zijn vastgelegd door een bevoegd orgaan van het beroep, namelijk door een overheid waaraan de wetgever, uitdrukkelijk of stilzwijgend, de bevoegdheid heeft toegekend om aan zijn beslissingen verbindende kracht te geven, ofwel in niet geschreven beginselen (47)
(46) Cass., 11 april 1991, nr. 423.
(47) Cass., 26 maart 1980, nr. 474; 2 juni 1983, nr. 546; 19 mei 1988, nr. 583; 11 april 1991,
Art. 119: De geneesheer belast met een deskundig onderzoek naar de lichamelijke of geestelijke bekwaamheid of geschiktheid van een persoon of met om het even welk klinisch onderzoek, met de controle van een diagnose of met het toezicht op een behandeling, of nog met een onderzoek naar de medische prestaties voor rekening van een verzekeringsinstelling, moet de bepalingen van deze code naleven.
Dwz: verzekeringsartsen en gerechtsdeskundigen moeten bij wet deze regels naleven
Art. 6: Elke geneesheer moet, ongeacht zijn functie of specialiteit, onverwijld hulp bieden aan een zieke die in onmiddellijk gevaar verkeert.
Dwz: een verzekeringsarts en gerechtsdeskundige die vaststelt dat iemand na ongeval een behandeling of hulp door derden nodig heeft, moet er op toezien dat deze behandeling of hulp mogelijk gemaakt wordt
*Art. 34: §1. : Zowel voor het stellen van een diagnose als voor het instellen en voortzetten van de behandeling, verbindt de geneesheer er zich toe zijn patiënt zorgvuldig en gewetensvol de zorgen toe te dienen die stroken met de thans geldende wetenschappelijke kennis.
Dwz: Q-EEG, Q SPECT, Q DTI, fMRI, biofeedback, neurovisuele testing behoren tot de thans gebruikte medische onderzoeken ; zij moeten erkend worden ; whiplash en hersenletsel (DAI) gaan hand in hand, CVS en hersenletsel gaan hand in hand, PTSS en bijnierschorsuitputting gaan hand in hand, hypofyseletsel en hersenletsel gaan hand in hand ; AL deze primaire en secundaire letsels moeten erkend worden conform de thans geldende wetenschappelijke kennis - zoniet pleegt de verzekeringsarts en de gerechtsdeskundige een strafbaar feit
Art. 35 : b) De geneesheer mag zijn bevoegdheid niet overschrijden. Hij moet het advies inwinnen van confraters, onder meer van specialisten, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de patiënt, telkens wanneer dit binnen de diagnostische of therapeutische context nuttig of noodzakelijk blijkt.
Dwz: als een slachtoffer een Q-EEG, endocrinologisch of ander onderzoek vraagt om 'onzichtbare' letsels tgv ongeval (diagnose) te kunnen bewijzen, dan moet de verzekeringsarts of gerechtsdeskundige hier op ingaan
Wat betreft de rol van deskundige als geneesheer valt hij onder artikel 6 en 104 van de code van geneesheren.
*Art. 64 De verklaring van een zieke waarbij hij de geneesheer van zijn zwijgplicht ontheft, volstaat niet om de geneesheer van zijn verplichting te ontslaan.
*Art. 69 De geneesheer die als beschuldigde voor de Raad van de Orde verschijnt mag zich niet beroepen op de zwijgplicht, maar is de gehele waarheid verschuldigd. Hij is echter gerechtigd de vertrouwelijke mededelingen van de patiënt te verzwijgen.
*Art. 100 Elke geneesheer moet, in welk milieu hij ook werkt, ernaar streven de kwaliteit van de verzorging te verbeteren.
Dwz: een verzekeringsarts of gerechtsdeskundige die weigert om neuro- of biofeedbackbehandeling, neurovisuele behandeling, e.a. te erkennen om te kunnen herstellen van ongeval, schendt artikel 100
Art. 104 : Elke geneesheer moet, ongeacht zijn medische activiteiten, naast het louter curatieve karakter ook rekening houden met het preventieve en educatieve aspect van zijn taak.
Dwz: een verzekeringsarts of gerechtsdeskundige MOET een slachtoffer van een ongeval inlichten over het feit dat er 15 % kans bestaat dat een slachtoffer met whiplash, TBI, PTSS, ... levenslange klachten zal ontwikkelen en moet het slachtoffer onmiddellijk inlichten over passende behandelingen zoals neuromodulatie of biofeedback om verdere lichamelijke schade te voorkomen
Artikel 119 van de Code van geneeskundige plichtenleer van zijn kant bepaalt zeer algemeen dat de arts belast met een deskundigenonderzoek “de bepalingen van deze Code moet naleven” en “geen opdracht mag aanvaarden die tegen de medische ethiek indruist”.
Dwz: als een verzekeringsarts vraagt aan gerechtsdeskundigen om valse verslagen op te stellen, dat deze een strafbaar feit pleegt
Art. 124 van de Code van de Orde der Geneesheren voor deskundigen en sapiteurs: Artikel 124:”Wanneer deze geneesheren menen een diagnose te moeten stellen of een prognose te moeten maken, mogen zij slechts besluiten formuleren nadat zij de patiënt hebben gezien en persoonlijk hebben ondervraagd, zelfs indien zij gespecialiseerde onderzoekingen hebben laten uitvoeren of over elementen beschikken die hen door andere geneesheren werden medegedeeld”.
Dwz: toestanden zoals bij Chris Dillen die 'medische verslagen' door Boris De Ruyter laat acteren als waarheid, terwijl Boris De Ruyter NOOIT de slachtoffers van Dillen zag, onwettelijk zijn
Art. 125 § 5. Hij moet blijk geven van bedachtzaamheid bij het opstellen van de besluiten in zijn verslag en mag slechts gegevens aanbrengen die een antwoord verstrekken op de vragen van zijn opdrachtgever.
125 § 2. Indien de medische adviseur of de controlerende geneesheer bij de patiënt onderzoekingen wil laten doen die hijzelf niet kan uitvoeren, verzoekt hij de behandelende geneesheer ze te doen uitvoeren en zorgt hij er slechts zelf voor met de toestemming van de behandelende geneesheer of bij duidelijke nalatigheid van deze laatste.
Dit gebeurt in de praktijk nooit !
Art. 128 §1. De geneesheer die door een werkgever, een verzekeringsinstelling of een andere instelling met een controleonderzoek wordt belast, mag aan zijn niet-medische opdrachtgevers of aan derden de medische redenen die aan de basis liggen van zijn besluiten, niet bekend maken.
Dit gebeurt in de praktijk altijd !
Art. 128 §2. Binnen het welomlijnde kader van hun opdracht zijn de geneesheren, verbonden aan maatschappijen voor levens- of ongevallenverzekeringen, niettemin gemachtigd hun opdrachtgevers in te lichten over alle nuttige vaststellingen gedaan bij kandidaat-verzekerden, of bij verzekerde zieken, gekwetsten of slachtoffers.
Art. 128 §3. De geneesheer-deskundige mag aan de rechtbank slechts de bekendmaken die rechtstreeks betrekking hebben op het deskundig onderzoek en die hij bij die gelegenheid heeft ontdekt. Al wat hij bij dit onderzoek heeft vernomen buiten het kader van zijn opdracht, moet hij verzwijgen.
Art. 130 De onder artikel 119 bedoelde geneesheer mag nooit een medisch dossier raadplegen zonder het akkoord van de patiënt en de toestemming van de geneesheer die voor de behandeling verantwoordelijk is; aan beiden moet hij zijn bevoegdheid en zijn opdracht kenbaar maken. De behandelende geneesheer of de geneesheer-diensthoofd in een ziekenhuis die verantwoordelijk is voor het dossier van de zieke, moet beslissen welke documenten mogen worden medegedeeld. Het onderzoek van deze documenten geschiedt op tegenspraak.
Art. 142 §1. Wanneer de gezondheidstoestand van de zieke een gespecialiseerd onderzoek of een bijzondere therapie vergt, moet de geneesheer de zieke, met diens goedkeuring, zonder nadelig verwijl naar een door hem terzake bevoegd geacht collega verwijzen. Hij moet zijn collega inlichten over alle nuttige nosologische en sociale gegevens.
Zowel het Gerechtelijk Wetboek als de Code van geneeskundige plichtenleer bevatten ONvoldoende precieze regels om de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid te verzekeren van de gerechtelijk deskundige of van de met een deskundigenonderzoek belaste arts ten opzichte van de partijen en van het geschil waarin hij dient op te treden (3).
Met betrekking tot de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid in ruime zin bevatten het voornoemde wetboek en de voornoemde Code regels van veel algemenere aard. Voor de toepassing van deze regels dienen de aangevoerde feiten beoordeeld te worden in het licht van de concrete gegevens van elk geval.
Artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij de wet van 10 juni 2001 betreffende de onttrekking en wraking, bepaalt, in combinatie met artikel 966, dat “Iedere rechter [of deskundige] kan worden gewraakt […] : 1° wegens wettelijke verdenking”.
De wettelijke verdenking is een omstandigheid die in de geest van een partij de gewettigde vrees doet ontstaan dat een rechter geen uitspraak kan doen of een deskundige geen technisch advies kan verstrekken op objectieve en onpartijdige wijze.
Artikel 119 van de Code van geneeskundige plichtenleer van zijn kant bepaalt zeer algemeen dat de arts belast met een deskundigenonderzoek “de bepalingen van deze Code moet naleven” en “geen opdracht mag aanvaarden die tegen de medische ethiek indruist”.
Uit het voorgaande vloeit voort dat wanneer de deskundige geen persoonlijke of rechtstreekse band met een partij in het geding of met het geding zelf heeft, geval per geval dient te worden onderzocht of hij over voldoende onafhankelijkheid beschikt om de opdracht te vervullen.