Trage medische expertises NIET de schuld van de rechtbanken
De Belgische rechtbanken liggen soms zwaar onder vuur door de belangrijke gerechtelijke achterstand.
In de volksmond klinkt het wel eens dat medische expertises zeer lang aanslepen en dat slachtoffers van ongevallen jarenlang moeten wachten op hulp en schadevergoeding door de schuld van de trage rechtbanken.
In de praktijk blijkt dat NIET het geval te zijn. De schuld van de lange aanslepende medische expertises is in eerste instantie te wijten aan de verzekeringsmaatschappijen en de gerechtsdeskundigen.
In de praktijk stellen we vast dat rechtbanken vrij snel hun vonnis bezorgen, waarin tot de aanstelling van een gerechtsdeskundige beslist wordt. De wet voorziet dat deze binnen de 2 weken zijn opdracht moet aanvatten :
Indien er geen installatievergadering werd bepaald, beschikt de deskundige na de kennisgeving overeenkomstig het tweede lid of, in voorkomend geval, na kennisgeving van de consignatie van het voorschot overeenkomstig artikel 987, over vijftien dagen teneinde de plaats, de dag en het uur van de aanvang van zijn werkzaamheden mee te delen.
Vaak stellen we vast dat gerechtsdeskundigen hier hun voeten aan vegen. Een eerste zitting 1, 2 of 3 maanden na vonnis is niet ongebruikelijk. Ook de verzekeringsmaatschappijen zijn niet gehaast om een medische expertise te laten starten. Hoe langer deze duurt, hoe hoger de psychologische druk op het slachtoffer, hoe minder zin het slachtoffer krijgt om bevindingen te gaan betwisten. Zowel de gerechtsdeskundigen als de verzekeringsartsen verschuilen zich achter 'hun drukke agenda'. Het aanstellen van gerechtsdeskundigen in vaste loondienst van de rechtbanken kan hier een oplossing voor bieden.
Hetzelfde zien we gebeuren bij de bijkomende onderzoeken. Ook hier nemen de subexperten royaal de tijd om een onderzoek in te plannen. Termijnen van 1 tot 6 maanden zijn niet ongebruikelijk. Een maand na afloop van hun onderzoek ligt hun verslag soms nog niet voor. Richtlijnen hieromtrent ontbreken. De Belgische rechtbanken zijn uiteraard niet verantwoordelijk voor de lakse houding van bepaalde experten.
Artikel 974 bepaalt :
Indien de termijn voor het indienen van het eindverslag op meer dan zes maanden is bepaald, bezorgt de deskundige om de zes maanden een tussentijds verslag over de stand van zaken aan de rechter, de partijen en de raadslieden. Deze stand van zaken vermeldt : - de reeds uitgevoerde werkzaamheden; - de werkzaamheden die uitgevoerd zijn sinds het laatste tussentijds verslag; - de nog uit te voeren werkzaamheden.
In de praktijk stellen we vast dat de meeste gerechtsdeskundigen ook hier hun voeten aan vegen. De wetten zijn er, maar worden niet nageleefd.
Ook is het zo dat gerechtsdeskundigen op het moment van de eerste zitting een dossier nog niet ingestudeerd hebben. Dat maakt dat ze een tweede zitting vragen, die 1 tot 3 maanden later pas doorgaat. Dit laat hen toe om 2 zittingen te factureren. In de 2de zitting worden dan de bijkomende onderzoeken gevraagd. Dit kan in principe perfect tijdens de 1ste zitting gebeuren. Intussen wordt het rechtsbijstandbudget van het slachtoffer door deze gang van zaken nodeloos verder uitgeput en neemt in veel gevallen de lichamelijke, emotionele en materiële schade intussen verder toe. Verzekeringsartsen en gerechtsdeskundigen zijn zich hier uiteraard van bewust. De geldende mentaliteit is : we don't care.
Wie tijdens de medische expertise op problemen botst, kan bij eenvoudig verzoekschrift de partijen laten oproepen door de rechter. Binnen de maand gaat deze zitting door, 8 dagen later is er reeds een beschikking. Van traagheid van de Belgische rechtbank kan m.a.w. geen sprake zijn.
Los daarvan is het zo, dat dossiers die op de rechtbank terecht komen, vaak het gevolg zijn van onwil van de verzekeringsmaatschappijen om de schade te vergoeden. Een eerlijke schadebegroting door de verzekeringsartsen zou een snel verloop van medische expertises veel vergemakkelijken.
Een onjuiste begroting van de letselschade door de gerechtsdeskundigen, leidt er onvermijdelijk toe dat slachtoffers de besluiten moeten betwisten. Dat zorgt opnieuw voor bijkomende vertraging.
Ook de WAM wetgeving wordt systematisch NIET toegepast. Deze heeft als doel bijkomende schade te voorkomen en voorziet het volgende :
Art. 13. <W 2002-08-22/41, art. 6, 010; Inwerkingtreding : 19-01-2003> § 1. Binnen een termijn van drie maanden na de datum waarop de benadeelde zijn verzoek tot schadevergoeding heeft ingediend, moet de verzekeringsonderneming van degene die het ongeval heeft veroorzaakt of de verzekeringsonderneming van de eigenaar, de houder of de bestuurder van het motorrijtuig betrokken in het ongeval in de zin van artikel 29bis , § 1, eerste lid, of haar schaderegelaar, een met redenen omkleed voorstel tot schadevergoeding voorleggen, wanneer - de aansprakelijkheid of de toepassing van artikel 29bis niet wordt betwist en - de schade niet wordt betwist en gekwantificeerd werd. Wanneer de schade niet volledig gekwantificeerd werd maar kwantificeerbaar is, moet de verzekeringsonderneming of haar schaderegelaar een voorstel tot voorschot voorleggen. Het voorschot heeft betrekking op de reeds gemaakte kosten, de aard van de letsels, het ondergane leed en het nadeel van de reeds verstreken periodes van tijdelijke ongeschiktheid. Het voorschot heeft ook betrekking op het meest waarschijnlijke nadeel voor de toekomst. Dit mag, voor de toekomst, beperkt worden tot het meest waarschijnlijke nadeel voor de drie maanden na de datum waarop de benadeelde zijn verzoek tot schadevergoeding heeft ingediend.
Wat baten wetten als zij niet nageleefd worden door verzekeringsmaatschappijen en als iedere CONTROLE op verzekeringsmaatschappijen onbestaande is ?
Komt daarbij, dat verzekeringsmaatschappijen na het neerleggen van het eindverslag perfect tot betaling van de schade kunnen overgaan. Ook hier moeten we vaststellen dat naast het medische luik, ook het financiële luik maximaal gerokken wordt door verzekeringsmaatschappijen.
In principe mogen gerechtelijke medische expertises lang duren en is de duurtijd op zich niet het probleem. Wel het feit, dat mensen in afwachting van een vonnis, de nodige behandeling en hulp dienen te krijgen en in de mogelijkheid gesteld moeten worden om verdere schade te voorkomen. Juist daarom stelt Stop Misbruik Verzekeringen deze oplossingen voor :