top of page

Hilde Ulrichts bevestigt: een kleine groep magistraten wijzigt zonder inspraak, controle, verantwoor

In de reeks 'Recht en praktijk' (R&P) verschijnt het boek 'Schaderegeling in België' van de hand van Hilde Ulrichts. Hierin zet ze de basisbeginselen van de vergoeding van voertuigschade en letselschade uiteen. Cruciale vraag is of de bevolking bereid is de kostprijs van een alsmaar duurder vergoedingssysteem te blijven betalen. Het systeem is geënt op solidariteit en staat of valt met de adequate financiering en de bewaking van de verhouding schadelast-premies. Het interview dat de auteur gaf naar aanleiding van het verschijnen van deze uitgave, vindt u hierna. Wat was uw drijfveer om het boek te schrijven? Bij het hof van beroep in Antwerpen verleen ik juridische bijstand aan de magistraten van de burgerlijke afdeling en van de strafafdeling voor de afhandeling van de burgerlijke belangen. Met de expertengroep organiseerden we een verticaal sectoroverleg over de nieuwe ontwikkelingen in de indicatieve tabel 2012. Wanneer de expertise kan verspreid worden via een gemakkelijk consulteerbaar systeem (in boekvorm zoals de reeks Recht en Praktijk of E-book) met allerhande nuttige links, betekent dat een belangrijke bijdrage. Het is tijdbesparend voor alle professionals. Het is voor mij al de vierde keer dat ik ’Schaderegeling in België’ actualiseer, tweemaal als medeauteur samen met Jacques Schryvers en tweemaal alleen. Wat wilt u met het boek bereiken? De praktijkjurist en de slachtoffers inzicht geven hoe, en op basis van welke factoren, vergoedingen betaald worden, dat is eigenlijk het voornaamste doel. Ik tracht theorie en de praktijk samen te brengen in thema’s, waarbij ik de structuur van de nieuwe indicatieve tabel 2012 volg. Omdat ons vergoedingsrecht ‘pretoriaans’ recht is, worden talrijke rechterlijke uitspraken opgenomen. Uitspraken van het Hof van Cassatie begeleiden dat vergoedingsrecht. De samenloopproblematiek tussen sociaal recht en gemeen recht, is één van de moeilijkste thema’s waar de wetgever dringend orde op zaken zou stellen. Hoe ziet de situatie er op dit moment uit voor de slachtoffers? Zolang een indicatieve tabel vrijblijvend is, is er een belangrijke mate van onzekerheid en onvoorspelbaarheid voor de slachtoffers. Bij letsel gaat het om personenschade, om menselijk leed. Er zijn slachtoffers die het ‘geluk’ hebben dat er een dader is en pechvogels die geen dader kunnen aanwijzen. In onze maatschappij loopt iedereen risico’s. De toekomst van het slachtoffer moet m.i. niet worden overgelaten aan het aansprakelijkheidsrecht. Elke schade-eis is uniek, wat veel maatwerk vraagt. Het onderscheid tussen financieel tastbare schade (de vermogensschade) en de niet-financieel tastbare schade (de immateriële schade) is belangrijk. Er is meer en meer een evolutie naar abstract schadeherstel en alleen ‘wettelijke’ tarifering kan de gelijkheid tussen de slachtoffers garanderen. Wat verandert er met de nieuwe indicatieve tabel? Het meest problematische is dat in 2012 een kleine werkgroep van magistraten grote wijzigingen in de indicatieve tabellen heeft aangebracht, zonder enige maatschappelijke discussie vooraf, en zonder verantwoording achteraf. Die werkgroep formuleert aanwijzingen of aanbevelingen met aanzienlijke financiële repercussies tot gevolg. Door die ontwikkeling dreigt het schadevergoedingsrecht naar gemeen recht te vervreemden. Bovendien bestaat het gevaar dat het publiek gaat geloven dat de tarieven van de tabel de werkelijke schade uitdrukken, of op zijn minst de enige billijke norm om een vergoeding vast te stellen. De indicatieve tabel is het resultaat van een denktank waarbij niet alle leden van de werkgroep voeling hebben met de afhandeling van letselschade in de praktijk. Nadeel is ook dat niet alle Franstalige en Nederlandstalige uitspraken verzameld worden en ter consultatie worden opengesteld op Juridat voor diepgaandere studies. De vraag rijst dus waarop de werkgroep zich baseert om drastische wijzigingen door te voeren. Hoe verwerkt u de veranderingen in uw boek? Belangrijk is dat mijn actualisatie gebeurde vanuit een kritisch standpunt, met het oog voor de noden vanuit de praktijk. De onvolkomenheden, de onduidelijkheden en de keuzemogelijkheden die er nog steeds zijn, zelfs na de indicatieve tabel 2012, komen ter sprake. Ik pretendeer niet te kunnen meewerken aan de eenmaking van het Europees vergoedingsrecht, maar het zou al positief zijn dat politici in ons land actie ondernemen om te verhelpen aan de onmacht en de onzekerheid van slachtoffers van letselschade. Zolang er aansprakelijkheidsdiscussies blijven en zolang een indicatieve tabel vrijblijvend is, is het lot van slachtoffers en de vergoeding die ze zullen krijgen onzeker. Veel juristen zijn van nature behoudsgezind. Ze staan niet altijd open voor veranderingen. Toch is het belangrijk rekening te houden met de emotionele beladenheid van allerhande discussies en de onduidelijkheid voor het slachtoffer, dat centraal moet staan in het debat. Alle actoren hebben alles te winnen bij een open maatschappelijk debat, zonder oogkleppen. Vooral omdat de kans niet gering is dat jij of je naaste ooit zelf slachtoffer worden. Ik zie de advocaten en de rechters meer in hun rol van wetstoepassers bij de begroting van letselschaden, waarvan de vergoeding niet mag afhangen van de oorsprong van de schade. De wetgever moet niet zozeer enkele symptomen behandelen, maar moet vooral de oorzaken wegnemen. Voor wie is het boek bestemd? Het boek is bestemd voor al wie te maken heeft met schaderegeling of schadebegroting, dus voor professionals zoals verzekeraars, advocaten, magistraten. Ook voor de medische deskundigen, omdat zij een cruciale rol spelen bij de medische evaluatie, die een leidraad is voor de juristen, en voor de student die het belangrijk vindt zich te specialiseren in deze vrij technische materie. De centra voor slachtofferhulp en voor slachtofferverenigingen, die begaan zijn met het lot van slachtoffers, kunnen zich informeren over de rechten van een slachtoffer. Last but not least: voor onze volksvertegenwoordigers en politici opdat zij boven het partijpolitiek gekibbel heen tot een constructieve en aanvaardbare oplossing komen voor het grote probleem dat zovele slachtoffers treft. Benieuwd of het initiatief van de wetgever zal leiden tot een nieuwe actualisatie van het naslagwerk. De auteur is referendaris op het hof van beroep te Antwerpen. Bron: Hilde ULRICHTS, Recht en Praktijk: Schaderegeling in België, Mechelen, Kluwer, 2013, 578 p.

Bron : http://www.legalworld.be/legalworld/schaderegeling-in-belgie-hilde-ulrichts.html?LangType=2067

Featured Posts
Recent Posts
bottom of page