Rechter Pierre Lefranc erkende reeds in 2005 meineed door koopbare gerechtsdeskundigen
Pierre Lefranc, rechter in eerste aanleg, erkende reeds in 2005 de problematiek van de koopbare gerechtsdeskundigen. Hij verwees hier expliciet naar in zijn literatuurstudie, die u hier vindt:
In een civiel geding wordt al te vaak een beroep gedaan op een gerechtsdeskundige. Die gerechtsdeskundige veroorlooft zich veel te veel tijd om zich van zijn/haar gerechtelijke opdracht te kwijten. De afhandeling van het geding door de rechter laat daardoor onredelijk lang op zich wachten.
In zijn Verslag over de Gerechtelijke Hervorming brengt VAN REEPINGHEN de klachten die reeds sedert het eind van de 18˚ eeuw (!!!) geuit werden over het deskundigenonderzoek, onder in drie categorieën:20
- De rechter doet te vaak een beroep op de deskundige;
- Het deskundigenonderzoek duurt te lang en wordt onvoldoende gecontroleerd;
- Het deskundigenonderzoek kost te veel
In 2002 betreurde PETIT het gebrek aan toezicht van de rechter op het deskundigenonderzoek31, wees MALENGREAU zeer terecht op het feit dat er onaanvaardbare praktijken bestaan die door de partijen geduld
worden op vraag van de gerechtsdeskundigen32 en pleitten ABBELOOS en ABBELOOS voor “een constante controle [van de rechter] op de rechten van verdediging en op het verloop en naarstigheid van het deskundigenonderzoek” en “een andere mentaliteit” van de partijen en de deskundigen.